Inhoudsopgave
Advertenties
OPMERKING: Het protocol Serial Dilution (Seriële verdunning) bevat twee tabbladen: General Settings (Algemene instellingen) en Serial Dilution
Protocol (Protocol voor seriële verdunning). Zie Tabel 3 voor meer details.
Als het niet mogelijk is om waarden aan te passen, is het scherm waarschijnlijk vergrendeld of uitgeschakeld, zodat u niet per ongeluk
belangrijke waarden of instellingen wijzigt. Om het scherm in te schakelen, klikt of tikt u op het vervolgkeuzemenu More Options (Meer
Tip
opties) en selecteert u op de werkbalk van het protocol Edit User Program (Gebruikersprogramma bewerken). Nu zou u alle gewenste
waarden moeten kunnen aanpassen. Elke keer dat u een protocol opent of opslaat, wordt het scherm om veiligheidsredenen automatisch
uitgeschakeld.
Tabel 3. Tabblad Algemene instellingen: Protocol voor seriële verdunning
Menu-onderdeel
Informatie over koppelbestanden:
U kunt zoveel protocollen koppelen als nodig zijn om uw experiment uit te voeren. De instellingen van het koppelbestand worden samen met het
protocol opgeslagen en de koppeling vindt elke keer plaats wanneer het protocol wordt uitgevoerd.
OPMERKING: Het volgende submenu verschijnt alleen als het vakje Link File (Bestand koppelen) is aangevinkt.
Het wordt aanbevolen dat u eerst al uw protocollen maakt en vervolgens de koppelingen ertussen toevoegt. Dit helpt fouten te
Tip
voorkomen die worden veroorzaakt door naar een protocol te koppelen dat niet bestaat.
14
|
CORNING LAMBDA ELITEMAX SEMI-AUTOMATISCHE BENCHTOP PIPETTOR
Beschrijving
Naam van het huidige protocol.
Gebruik om de snelheid van de aspiratie en de afgifte van de vloeistofkop in te stellen.
Gebruik Low Speed (Lage snelheid) voor viskeuze oplossingen en bij het werken met
cellen.
Gebruik hogere snelheden bij gebruik van dunnere oplossingen of reagentia.
OPMERKING: Hoe hoger de snelheid, hoe sneller het protocol wordt voltooid.
Als dit vakje is aangevinkt, kan de gebruiker het volgende protocol specificeren
dat moet worden uitgevoerd nadat het huidige is voltooid. Zie Informatie over
koppelbestanden (Tabel 4) voor meer details.
Gebruik dit om het rek met tips te selecteren dat in dit gebruikersprotocol moet
worden gebruikt.
Gebruik dit om te selecteren waar de gebruikte tips moeten worden weggegooid nadat
de seriële verdunning is voltooid.
Als dit vakje is aangevinkt, pikt het instrument een nieuwe rij tips op telkens wanneer
een andere rij of kolom op de microtiterplaat wordt benaderd.
Gebruik om te selecteren hoe de wegwerptips zullen worden gebruikt.
Wanneer Specific Row (Specifieke rij) is geselecteerd, worden tips altijd op dezelfde
locatie opgehaald. Gebruik de plaatafbeelding aan de rechterkant van het scherm om
de locatie van de tip te kiezen.
Als Next Available Row (Volgende beschikbare rij) is geselecteerd, pakt het
instrument de eerste ongebruikte rij tips uit het rek. Dit wordt automatisch
bijgehouden door het instrument in de NAT-functie (Next Available Tip). Om NAT
opnieuw in te stellen, selecteert u op de werkbalk More Options/Reset NAT (Meer
opties/NAT resetten).
Als Always Ask (Altijd vragen) is geselecteerd, vraagt het instrument de gebruiker om
een rij met tips telkens wanneer het protocol wordt uitgevoerd.
Vermeld de naam van het protocol dat moet worden uitgevoerd wanneer het huidige
protocol is voltooid. Als het protocol al bestaat, klikt u op de knop Browse (Bladeren)
om het bestand te selecteren dat u wilt koppelen. U kunt ook de naam van het bestand
intikken.
Specificeer een vertragingswaarde in seconden tussen voltooiing van het huidige
protocol en de start van het volgende gekoppelde protocol.
Advertenties
Inhoudsopgave
