4.5.3 Tabblad Miscellaneous (iversen) .......29 3.2 Inhoud van de doos ..............8 4.5.4 Tabblad Movement test (Bewegingstest ....29 3.3 De Corning Matribot Bioprinter instellen ......8 4.5.5 Tabblad Output data (Uitvoergegevens) ....30 3.4 De Corning Matribot Bioprinter voor de 4.5.6 Tabblad Update ..............30 eerste keer starten ..............8...
Als de Corning Matribot Bioprinter werkt op een manier die niet in deze handleiding beschreven staat, zet hem dan uit en neem contact op met Corning. Gebruik de Corning Matribot Bioprinter alleen voor de beoogde doeleinden. Wijzig de instrumenten, subcomponenten of accessoires niet.
Corning als u niet zeker weet of een materiaal compatibel is. Nadat u ethanol hebt gebruikt om de Corning Matribot Bioprinter te reinigen, wacht u ten minste 60 seconden voordat u gaat bioprinten om ervoor te zorgen dat alle ontvlambare dampen zijn verwijderd.
Corning DNA Studio vertaalt uw driedimensionale CAD-modellen naar coördinaten en instructies voor de Corning Matribot Bioprinter om uw materiaal nauwkeurig op een petrischaal, well-plaat of andere houder te deponeren. De bioprint- en biodistributieprocessen werken door de extrusie van een hydrogel-biomateriaal, zoals Corning Matrigel®-matrix, collageen of eender welke basale membraanmatrix gecombineerd met menselijke cellen op een bottom-up, laag-voor-laag manier totdat een 3D-weefselmodel is gebouwd.
10 µm Resolutie Z 10 µm Laagresolutie 50 µm Weergave Smart lcd-controller – 3" lcd Gebruikersomgeving Geïntegreerd lcd-scherm, Corning® DNA Studio Connectiviteit Temperatuur Temperatuurbereik printbed Kamertemperatuur tot 65 °C Temperatuurbereik printkop 0 °C tot kamertemperatuur Bereik bedrijfstemperatuur: 15 °C t/m 30 °C Bereik opslagtemperatuur: -10 °C t/m 60 °C...
Volg deze stappen om de Corning Matribot Bioprinter uit te pakken. Probeer de Corning Matribot Bioprinter niet uit te pakken zonder de onderstaande procedures door te nemen. Als u dit wel doet, riskeert u persoonlijk letsel en schade aan apparatuur.
Pagina 8
5. Verwijder het bovenste beschermende transportschuim. 6. Gebruik het Corning® Matribot® Bioprinter- frame om het apparaat vast te pakken. Pas op dat u geen bewegende onderdelen of losse componenten vastpakt. Het is raadzaam om op de aangegeven locaties twee personen vanaf de zijkant van het frame te laten tillen.
Pagina 9
9. Verwijder het middelste binnenste schuimrubberen inzetstuk zoals afgebeeld. 10. Til de printbedsteun aan de achterkant van de printer op om het onderste schuimrubberen inzetstuk los te maken. Trek het schuimrubberen inzetstuk uit de voorkant van de printer om het te verwijderen, zoals hieronder weergegeven. 11.
3.4 De Corning Matribot Bioprinter voor de eerste keer starten Volg de volgende stappen voordat u de Corning Matribot Bioprinter voor de eerste keer gebruikt; daarna elke keer dat deze van de ene plaats van gebruik naar de andere wordt verplaatst.
3.5 Overzicht van de printkop Zorg ervoor dat u de printoppervlakken en bioinktspuiten correct hebt gemonteerd voordat u de biodosering uitvoert. Houder spuitplunjer Spuitplunjer Temperatuurgecontroleerde extrusieprintkop op spuitbasis Mondstuk/ naald Oppervlaktesonde...
3.6 Laden van de spuit Koel de printkop voor voordat u de spuit plaatst bij gebruik van temperatuurgevoelige materialen (zie hoofdstuk 4.5.2). Volg de onderstaande stappen om de spuit in de printkop te laden. 1. Schuif de spuit in het koelblok. 2.
3.7 Montage van de thermische isolator Het is belangrijk om de thermische isolator te gebruiken voor temperatuurgevoelige materialen om vroegtijdige gelering van het materiaal te voorkomen. OPMERKING: Het is raadzaam om een thermische isolator te bevestigen voordat u een spuit plaatst. Volg de onderstaande stappen om de thermische isolator te bevestigen.
4.2 De Corning Matribot Bioprinter aansluiten Volg de onderstaande stappen om een verbinding tot stand te brengen tussen de Corning Matribot Bioprinter en Corning DNA Studio. 1. Sluit de Corning Matribot Bioprinter aan op uw computer met behulp van de meegeleverde usb-kabel.
4.3 Bioprinten vanuit een 3D-model 4.3.1 Een Bioprint-project starten Kies de optie Bioprint om een nieuw bioprintproces te starten met behulp van een 3D-model. Corning® DNA Studio begeleidt u tijdens het hele proces voor het opzetten van uw Bioprint. Selecteer de gewenste ondersteunde bestandstypen door naar de juiste map te gaan en het juiste bestand te selecteren.
4.3.2 De geometrie genereren In plaats van het juiste bestand te selecteren, kunt u eenvoudige geometrie binnen Corning® DNA Studio genereren. Om de geometrie te genereren, kiest u de optie Generate (Genereer) om een nieuw bioprintproces te starten met behulp van een gegenereerde geometrie.
4.3.3 Printoppervlak Selecteer de surface (het oppervlak) waar u op wilt bioprinten. De Corning® Matribot® Bioprinter kan bioprinten op verschillende oppervlakken, waaronder petrischalen en well-platen. Kies de ondergrond die u gebruikt en geef de oppervlaktemaat aan. 1. Selecteer het type oppervlak.
Bepaalde materialen hebben een koele printkop nodig om vroegtijdige gelering te voorkomen, zoals Corning Matrigel®-matrix en collageen. 6. Preflow volume (Voorstroomvolume): De hoeveelheid bioinkt die wordt geëxtrudeerd voordat een nieuw filament wordt gestart.
16. Z-lift: Het laten zakken van het printbed bij het uitvoeren van niet-printbewegingen. Verhoog de z-lift als het mondstuk een eerder geprint filament naar binnen sleept tijdens een niet-printbeweging. Raadpleeg de Corning® Matribot® Bioprinter-parameters (CLS-AN-648) voor meer informatie over de invloed van de keuze van parameters op een print.
9. Number of layers (Aantal lagen): Selecteer het aantal lagen. Wijzig opties om de lagen van het 3D-model te definiëren en hoe de Corning® Matribot® Bioprinter het geselecteerde model moet bioprinten. Gebruik de vooraf gedefinieerde instellingen of maak aangepaste instellingen. Beschrijvingen van de opvulpatroonopties zijn hieronder opgenomen.
Deze methode maakt gebruik van een matrix om de kanteling in het bed of het printoppervlak te compenseren. Corning raadt het gebruik van automatische bednivellering aan als de laaghoogte aan de ene kant van het bed visueel anders is dan aan de andere kant bij het inspecteren van een 3D-geprinte constructie.
1. Selecteer handmatige kalibratiemodus. De standaardmodus wordt aanbevolen. 2. Plaatindeling: 'X' markeert de locatie waar de gebruiker het mondstuk moet plaatsen. 3. Z-as commando: Regelt de positie van het printbed langs de Z-as. 4. X, Y-as commando: Regelt de positie van de printkop langs de X- en Y-as.
Voorafgaand aan het printen is het aan te raden het mondstuk te primen. Dit kan worden gedaan via de knop Extrusion (Extrusie) op het scherm Printermodel of via de functie Extrude Volume (Volume extruderen) in het gedeelte Prepare Bioprint (Bioprint voorbereiden) van de lcd-interface op de bioprinter.
4.4.2 Printoppervlak Selecteer het oppervlak waarop u druppels wilt doseren. De Corning® Matribot® Bioprinter kan druppels op verschillende oppervlakken doseren, waaronder petrischalen en well-platen. Kies de ondergrond die u gebruikt en geef de oppervlaktemaat aan. Naast het doseren van enkele druppels, kan de Corning Matribot Bioprinter ook druppelreeksen doseren.
Druk op het pictogram Printer onderin het venster om naar de volgende stap van het proces te gaan. De Corning® Matribot® Bioprinter is uitgerust met een verwarmd bed en een led-fotocrosslinking-module. Schakel in Printer settings (Printerinstellingen) de temperatuur van het printdbed in of pas deze aan. Gebruik Temperature control (Temperatuurregeling) om het printbed op een bepaalde temperatuur te houden, of schakel de temperatuurregeling uit om bij kamertemperatuur te printen.
12. Postflow stop time (Stoptijd nastroom): De tijd dat de beweging van de printkop na elke druppel wordt vertraagd. 13. Z-lift between wells (Z-llift tussen wells): Het laten zakken van het printbed wanneer het mondstuk naar de volgende well gaat. Raadpleeg de Corning Matribot Bioprinter-parameters (CLS-AN-648) voor meer informatie over de invloed van parameterselectie op een print.
Deze methode maakt gebruik van een matrix om de kanteling in het bed of het printoppervlak te compenseren. Corning raadt het gebruik van automatische bednivellering aan als de laaghoogte aan de ene kant van het bed visueel anders is dan aan de andere kant bij het inspecteren van een 3D-geprinte constructie.
Pagina 28
1. Selecteer handmatige kalibratiemodus. De standaardmodus wordt aanbevolen. 2. Plaatindeling: 'X' markeert de locatie waar de gebruiker het mondstuk moet plaatsen. 3. Z-as commando: Regelt de positie van het printbed langs de Z-as. 4. X, Y-as commando: Regelt de positie van de printkop langs de X- en Y-as.
4.4.6 Printmodel Dit scherm geeft een samenvatting van het druppeldoseringsproces. U kunt de activiteit van het apparaat volgen tijdens het doseren. Daarnaast kunt u de parameters zoals printbedtemperatuur en printkoptemperatuur wijzigen. 1. Printbed temperature (Temperatuur van het printbed): Hiermee kunt u de temperatuur van het printbed activeren/deactiveren, wijzigen en bewaken.
4.5 Utilities (Hulpprogramma's) Om toegang te krijgen tot de hulpprogramma's, selecteert u Utilities (Hulpprogramma's) in de bovenste balk van het softwarevenster en kiest u Utilities (Hulpprogramma's). 4.5.1 Tabblad Extrusion (Extrusie) Gebruik dit tabblad om de bioinkt te extruderen, het mondstuk te primen of de plunjer in te trekken. 1.
4.5.3 Tabblad Miscellaneous (iversen) Gebruik dit tabblad om kamerverlichting aan/uit te zetten. 1. Schakel kamerverlichting in/ uit. Overweeg het gebruik van deze functie bij het werken met lichtgevoelige materialen. 4.5.4 Tabblad Movement test (Bewegingstest Gebruik dit tabblad om de beweging van de printkop en het printbed te testen. 1.
4.5.5 Tabblad Output data (Uitvoergegevens) Dit tabblad presenteert uitvoergegevens voor klantenondersteuning. Corning gebruikt dit tabblad om sensortests uit te voeren. 4.5.6 Tabblad Update Download de firmware-update naar uw computer. Firmware-updates zijn beschikbaar op www.corning.com/matribotguidelines. Navigeer naar het tabblad Update in het menu van het hulpprogramma. Druk op Browse (Bladeren) en selecteer het bestand in de lijst. Druk op Start Update (Update starten) om de updateprocedure uit te voeren.
De Corning® Matribot® Bioprinter kan worden gebruikt zonder een verbinding met de pc. Meerdere opties zoals bioprinten, temperatuurregeling en handmatige kalibratie zijn toegankelijk op het lcd-scherm van de Corning Matribot Bioprinter. In het volgende gedeelte worden de belangrijkste functies beschreven die toegankelijk zijn op het lcd-scherm.
6.2 De Corning Matribot® Bioprinter reinigen of ontsmetten Schakel de Corning Matribot Bioprinter uit en koppel hem los voordat u de printer schoonmaakt. De Corning Matribot Bioprinter heeft een tegen chemicaliën bestendige coating. Reinig of ontsmet het apparaat met >70% (v/v) ethanol. Spuit het oppervlak in en veeg het af met een zachte doek.
6.3 Het printbed waterpas zetten Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat het printbed volledig waterpas staat ten opzichte van de binnenassen van uw Corning® Matribot® Bioprinter. 1. Controleer of de Corning Matribot Bioprinter is losgekoppeld van het stopcontact en van uw computer.
U zou een frequentiepiek moeten zien, en deze zou langzaam moeten afnemen naarmate de trilling van de riem na verloop van tijd afneemt. Voor de Corning® Matribot® Bioprinter Y-Gantry-riemen is de ideale frequentie 100 Hz +/- 10%. Beide Y-Gantry-riemen moeten zo dicht mogelijk op elkaar gespannen zijn.
6.5 Problemen oplossen Uw Corning® DNA Studio up-to-date houden naar de nieuwste versie wordt ten zeerste aanbevolen en is essentieel om te profiteren van de nieuwe functies. Tegelijkertijd voorkomt u hiermee storingen aan uw apparaat. Gebruik de onderstaande stappen om uw Corning DNA Studio bij te werken naar de nieuwste beschikbare softwareversie.
Pagina 38
Automatische Schakel printen vanuit de SD-kaartmodus uit op het tabblad Utilities (Hulpprogramma's) kalibratie, in de lcd-interface van Corning Matribot® Bioprinter. bioprinting of biodosering start niet. Andere problemen Voer Corning DNA Studio uit als beheerder.
Pagina 39
Corning® DNA Corning Matribot® Schakel printen vanuit de SD-kaartmodus uit op het tabblad Utilities (Hulpprogramma's) Studio. Bioprinter in de lcd-interface van de Corning Matribot Bioprinter. SD-kaartmodus is ingeschakeld. De Bioprint verschijnt niet SD-kaart is niet Controleer of de SD-kaart correct in de SD-kaartlezer is geplaatst.
Zonder de voorgaande bepalingen te beperken, garandeert Corning niet dat het product of de software foutloos zal zijn of vrij zal zijn van onderbrekingen of andere storingen of dat het product of de software aan uw vereisten zal voldoen. Corning is...
Pagina 41
Niet voor gebruik bij mensen. Deze producten zijn niet bedoeld om de aanwezigheid van micro-organismen op oppervlakken of in het milieu te verminderen, waar dergelijke organismen schadelijk kunnen zijn voor de mens of het milieu. Corning Life Sciences doet geen uitspraken over de prestaties van deze producten voor klinische of diagnostische toepassingen.