Inhoudsopgave
Advertenties
2.1.4 Gebruikersinformatie om in te loggen
Met deze functie kunnen verschillende gebruikers het instrument delen terwijl onbedoelde wijziging of verwijdering van gebruikersprotocollen wordt
voorkomen. Als deze functie is ingeschakeld, moet de gebruiker zijn of haar inloggegevens invullen om het instrument te kunnen bedienen.
Nadat u op de knop Inloggen heeft gedrukt, verschijnt het volgende scherm waar de gebruiker zijn of haar inloggegevens kan invullen en kan inloggen.
De velden Gebruikersnaam en Wachtwoord zijn hoofdlettergevoelig. Het inlogscherm en de werkbalk tonen of er al een gebruiker ingelogd is.
Na gebruik van het instrument kan de gebruiker vanuit hetzelfde scherm uitloggen.
Met deze functie kunnen verschillende gebruikers het instrument delen zonder onbedoelde wijziging.
OPMERKING: Het instrument wordt op transport gezet met uitgeschakelde beveiliging.
Zie Instellingen/Gebruikers, Module Gebruikersbeheer Hoofdstuk 3.6 om gebruikers te beheren en deze functie in of uit te schakelen.
Hieronder staan de standaard inloggegevens vermeld:
Het is belangrijk dat u de fabrieksreferenties wijzigt of verwijdert zodra u ten minste één andere gebruiker met beheerdersrechten heeft ingesteld in de
module Gebruikersbeheer. Zorg ervoor dat de nieuw aangemaakte gebruiker beheerdersrechten heeft voor toegang tot het menu Instellingen.
2.1.5 Gebruikersmenu Mijn bestanden
Nadat u op de knop Mijn bestanden heeft gedrukt, verschijnt het volgende scherm:
In dit scherm kunnen opgeslagen protocollen worden bekeken in een duidelijker, beter leesbaar tekstformaat. Druk op de overeenkomstige knop
om de gewenste taak uit te voeren. OPMERKING: Voor het verwijderen van bestanden zijn verwijdermachtigingen vereist die zijn toegewezen door
een beheerder (als deze functie is ingeschakeld). Zie Instellingen/Gebruikers Hoofdstuk 3.6 om gebruikers te beheren en deze privileges in of uit te
schakelen.
Gebruikersnaam:
Labmanager
Wachtwoord:
12341234
Gebruiksaanwijzing
|
9
Advertenties
Inhoudsopgave
