2.2 Gebruikersprotocollen maken en uitvoeren
2.2.1 Plaat vullen
Door in het hoofdmenu op de knop Plaat vullen te drukken, verschijnt het volgende scherm:
OPMERKING: Het protocol Plaat vullen bevat twee tabbladen: Algemene instellingen en Plaatvulprotocol. Zie Tabel 1 voor meer details.
Als het niet mogelijk is om waarden aan te passen, is het scherm waarschijnlijk vergrendeld of uitgeschakeld, zodat u niet per ongeluk
belangrijke waarden of instellingen wijzigt. Om het scherm in te schakelen, klikt of tikt u op het vervolgkeuzemenu More Options (Meer
Tip
opties) en selecteert u op de protocolwerkbalk Edit User Program (Gebruikersprogramma bewerken). Nu zou u alle gewenste waarden
moeten kunnen aanpassen. Elke keer dat u een protocol opent of opslaat, wordt het scherm om veiligheidsredenen automatisch
uitgeschakeld.
Tabel 1. Tabblad Algemene instellingen: Plaat vullen
Menu-onderdeel
10
|
CORNING LAMBDA ELITEMAX SEMI-AUTOMATISCHE BENCHTOP PIPETTOR
Beschrijving
Naam van het huidige protocol.
Gebruik om de snelheid van de aspiratie en de afgifte van de vloeistofkop in te stellen.
Gebruik Low Speed (Lage snelheid) voor viskeuze oplossingen en bij het werken met
cellen.
Gebruik hogere snelheden bij gebruik van dunnere oplossingen of reagentia. OPMERKING:
Hoe hoger de snelheid, hoe sneller het protocol wordt voltooid.
Als dit vakje is aangevinkt, kan de gebruiker het volgende protocol specificeren dat moet
worden uitgevoerd zodra het huidige protocol is voltooid. Zie Informatie over Gekoppelde
bestanden (Tabel 2) voor meer details.
Gebruik dit vervolgkeuzemenu om het rek met tips te selecteren dat met dit protocol
moet worden gebruikt.