Tabel 2. Menu tabblad Plaatvulprotocol (vervolg)
Menu-onderdeel
OPGELET: Controleer of het tiprek en andere benodigde platen/reservoirs zich in de juiste posities bevinden voordat u op Run (Uitvoeren)
drukt. Het uitvoeren van het protocol zonder de juiste plaatsing kan ertoe leiden dat het instrument crasht en mogelijk schade aan het
instrument of het plaatspecimen veroorzaakt.
Om het protocol op te slaan, selecteert u op de werkbalk More Options/Save User Program (Meer opties/Gebruikersprogramma opslaan).
Om het protocol uit te voeren, drukt u op de werkbalk op Run (Uitvoeren).
12
|
CORNING LAMBDA ELITEMAX SEMI-AUTOMATISCHE BENCHTOP PIPETTOR
Beschrijving
Specificeer of er al dan niet vloeistof in de beoogde cellen zit voordat het vullen
plaatsvindt. Het instrument gebruikt deze informatie om de hoogte van de
vloeistofmeniscus te bepalen om de tips op de juiste manier te positioneren voor
optimale vloeistofoverdracht.
Vul een waarde in om te bepalen hoe vaak de mix wordt uitgevoerd op elke rij nadat de
vloeistofoverdracht heeft plaatsgevonden.
Vul een volume [µL] in dat u wilt opzuigen en doseren bij het uitvoeren van de
mengsels die in de vorige stap zijn gespecificeerd.
Als dit vakje is aangevinkt, zal het instrument voldoende reagens uit het reservoir
opzuigen om de gespecificeerde rijen te vullen zonder dat het telkens opnieuw hoeft
te worden bijgevuld. Het instrument berekent automatisch hoeveel er nodig is om
kweekcellen te vullen met het gespecificeerde volume. De optie Aliquot Transfer
toestaan (Overdracht van aliquot toestaan) versnelt het protocol voor het vullen van de
plaat.
Gebruik dit om het reservoir te selecteren van waaruit u wilt opzuigen.
Vul een waarde in om te bepalen hoe vaak het mengsel in het reservoir moet worden
gemengd voordat vloeistof wordt overgebracht.
Vul een volume [µL] in dat u wilt opzuigen en doseren wanneer u de mengsels in het
reservoir uitvoert.
Gebruik dit om de toestand van het reservoir bij de start te bepalen.
Zet het volume aan het begin vast. Vul hier een waarde in [ml]. Elke keer dat dit
protocol wordt uitgevoerd, gaat het instrument ervan uit dat het reservoir de
gespecificeerde hoeveelheid reagens bevat.
Als Track Volume (Volume traceren) is geselecteerd, houdt het instrument de
resterende reagens in het reservoir bij. Als er niet genoeg reagens in het reservoir
zit, stopt het instrument en vraagt de gebruiker om het bij te vullen. Om het
reservoirvolume opnieuw in te stellen, selecteert u op de werkbalk More Options/
Reset VOLUME (Meer opties/Volume resetten).
Als Always Ask (Altijd vragen) is geselecteerd, vraagt het instrument de gebruiker om
het reservoirvolume telkens wanneer het protocol wordt uitgevoerd.
Tik op een rij op de plaatafbeelding om een rij te selecteren of te deselecteren die
moeten worden gevuld.
Alleen groen gemarkeerde rijen worden gevuld.