9
Vaste schijven installeren
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een vaste schijf in het workstation installeert.
Vaste schijfconfiguratie
De volgende tabel bevat configuratie-informatie voor het installeren van vaste schijven
HDD-bays zijn ontworpen voor eenvoudige installatie. Datakabels zijn vooraf aangesloten in het werkstation op basis van de
geleverde fabrieksconfiguratie.
Het workstation wordt meestal geleverd met één vaste schijf, maar er kunnen extra schijven worden toegevoegd om de
datacapaciteit te vergroten:
Zie het label op het toegangspaneel aan de zijkant van het werkstation om de locatie van de SATA Gen 3 (6 Gbit/sec)
●
en Gen 2 (3 Gbit/sec) poorten te bepalen.
Extra vaste schijven moeten in een bepaalde volgorde worden toegevoegd, afhankelijk van het type workstation.
●
Nadat ze zijn geïnstalleerd, worden schijfletters aan de vaste schijven toegekend, waabij C:\ de standaard opstartschijf
●
is. De schijfletters worden toegekend met Computerinstellingen (F10).
Als er extra vaste schijven zijn geïnstalleerd, kan de opstartvolgorde van het workstation worden gewijzigd, zodat het
●
van één van de andere schijven opstart. De opstartvolgorde wordt opgegeven in Computerinstellingen (F10).
Als u extra vaste schijven installeert, heeft u meer schijfruimte beschikbaar voor programma's, databestanden en backup.
Raadpleeg de Maintenance and Service Guide van het workstation op
te zien hoeveel vaste schijven het workstation ondersteunt, in welke volgorde ze moeten worden geïnstalleerd en hoe de
opstartvolgorde wordt bepaald.
42
Hoofdstuk 9 Vaste schijven installeren
Z210 CMT
Z210 SFF
http://www.hp.com/support/workstation_manuals
om
NLWW