SYSTEEMINSTELLINGEN
In het scherm voor systeeminstellingen kunt u de datum en tijd instellen, fax- en scanbestemmingen opslaan,
documentarchiveringsmappen creëren en diverse andere instellingen opgeven met betrekking tot de bediening
van het apparaat.
Hoe u het scherm van systeeminstellingen opent wordt hieronder behandeld, alsmede de elementen in het scherm.
Een uitvoerige uitleg over de systeeminstellingen vindt u in de Handleiding systeeminstellingen.
Het scherm voor systeeminstellingen weergeven
DOCUMENT
DOCUMENT
ARCHIVERING
FILING
BEELD
IMAGE SEND
VERZENDEN
KOPIE
COPY
OPDRACHT STATUS
JOB STATUS
Systeeminstellingen
Totaal Aantal
Standaard-
Kopieën
Instellingen
Papierlade-
Adresbeheer
Instellingen
Printer-
Documentarch.
Toestand
Beheer
Wat u kunt doen in de systeeminstellingen
Instellingen
Totaal Aantal Kopieën
Standaard-Instellingen
Lijst afdrukken (gebruiker)
Papierlade-Instellingen
Adresbeheer
Faxdata Ontv/Doorsturen
Printer-Toestand
Documentarch. Beheer
Controle USB-apparaat
82
PRINT
AFDRUKKEN
GEREED
READY
DATA
DATA
LIJN
LINE
DATA
DATA
SYSTEEM
SYSTEM
INSTELLINGEN
SETTINGS
LOGOUT
LOGOUT
Beheerderswachtw
Verlaten
Lijst afdrukken
(gebruiker)
Faxdata Ontv/
Doorsturen
Controle
USB-apparaat
Hier wordt het totaal aantal pagina's weergegeven per type taak, zoals kopieer- en
afdruktaken.
Hiermee kunt u het contrast van het aanraakscherm aanpassen, de klok instellen
en het softwaretoetsenbord voor tekstinvoer wijzigen.
Hiermee kunt u lijsten afdrukken met daarop de status en instellingen van het
apparaat.
Hiermee stelt u het type en formaat papier in die in elke papierlade wordt gebruikt
en om nieuwe papiertypen op te slaan.
Bestemmingen voor de beeldverzendfunctie kunnen worden opgeslagen in
sneltoetsen en instellingen kunnen worden opgeslagen in programmatoetsen.
Hiermee worden instellingen geconfigureerd om faxen en internetfaxen te
ontvangen en instellingen om ontvangen faxen en internetfaxen door te zenden.
Hiermee worden instellingen geconfigureerd om af te drukken zonder de
printerdriver te gebruiken alsmede instellingen voor de printerfunctie.
Deze gebruikt u om mappen op te slaan, te bewerken en wissen voor het
archiveren van documenten.
Hiermee controleert u de verbindingsstatus van een USB-apparaat.
Druk op de toets [SYSTEEM
INSTELLINGEN].
Het betreffende scherm voor systeeminstellingen
verschijnt.
Welke toetsen worden weergegeven hangt af van de
randapparatuur die is geïnstalleerd.
Beschrijving