PRINTERDRIVERINSTELLINGEN SELECTEREN
Hieronder wordt uitgelegd hoe u instellingen selecteert in de printerdriver aan de hand "Aanpassen aan pagina".
Met de functie passend maken wordt de afbeelding automatisch vergroot of verkleind zodat hij past op het
geselecteerde papierformaat. In dit voorbeeld wordt de afbeelding van A4-formaat afgedrukt op papierformaat A3.
De procedures om de printerdriverinstellingen te configureren verschillen per instelling.
Zie voor meer informatie over elk van deze instellingen "2. HANDIGE AFDRUKFUNCTIES IN WINDOWS"
in de Printerhandleiding.
(1)
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
1
Open het instelvenster van
de printerdriver.
(1) Selecteer de printerdriver
van het apparaat.
(2) Klik op de knop
[Voorkeursinstellingen].
Klik in Windows 98/Me/NT 4.0 op
(2)
de knop [Eigenschappen].
In Windows 2000 verschijnt de
knop [Voorkeursinstellingen] niet.
Klik op elke tab in het
dialoogvenster "Afdrukken" om de
instellingen op dat tabblad te
wijzigen.
2
Selecteer de
afdrukinstellingen.
(1) Klik op het tabblad
[Papier].
(2) Selecteer [A4].
Selecteer het formaat van de
afbeelding.
(3) Selecteer [Aanpassen
aan pagina].
(4) Selecteer [A3].
Selecteer het formaat van het
papier waarop u wilt
afdrukken.
(5) Klik op [OK].
Hiermee zijn de instellingen
voltooid. Begin met afdrukken.
49