Onderwerpen en opnameomstandigheden waarbij u moeilijk kunt scherpstellen
• Snel bewegende onderwerpen, extreem lichte onderwerpen of onderwerpen zonder
contrast
• Wanneer u opnamen maakt van onderwerpen door ramen of bij glanzende objecten
• Wanneer het donker is of de camera trilt
• Wanneer de camera te dicht bij het onderwerp staat of wanneer u een foto maakt van
onderwerpen die zowel ver weg als dichtbij zijn (als de weergave van het opnamebereik
rood is).
Wanneer de trillingswaarschuwing [ 0 ] verschijnt, gebruikt u de [STABILISATIE] (P80),
een statief of de zelfontspanner (P52).
• De sluitertijd zal in de volgende specifieke gevallen langer worden. Houd de camera
stil vanaf het ogenblik dat de ontspanknop wordt ingedrukt tot de foto op het scherm
verschijnt. We raden een statief aan.
– Lngz. sy./Rode-og
– In [NACHTPORTRET], [NACHTL. SCHAP], [PARTY], [KAARSLICHT],
[STERRENHEMEL] en [VUURWERK] in de scènemodus
Foto's gemaakt als de camera verticaal wordt gehouden, worden verticaal (geroteerd)
afgespeeld. Deze functie werkt alleen wanneer [LCD ROTEREN] (P93) op [ON] is gezet.
• Foto's worden niet verticaal afgespeeld als ze werden gemaakt terwijl de camera
omhoog of omlaag werd gericht
• Bewegende beelden opgenomen met verticaal gehouden camera worden niet verticaal
weergegeven.
Basisbediening
Jitter (cameratrilling) voorkomen
Richtingwaarnemingsfunctie
- -