Opnamemodus: 1
Fotograferen met uw favoriete instellingen
(normale fotomodus)
Met deze modus kunt u vrij fotograferen, want er zijn meer instelmogelijkheden dan in de
intelligent auto-modus [ 4 ] (P30).
1
Schuif de schakelaar voor opnemen/afspelen
naar [
] en druk op [MODE].
1
A Schakelaar opnemen/afspelen
2
Druk op e / r om [NORMALE FOTO] te selecteren en druk op [MENU/
SET].
• Zie voor verandering van de instelling tijdens het fotograferen "Werken met het
menu [OPNAME]" (P72).
3
Richt het AF-gebied op het punt waarop u wilt scherpstellen.
4
Druk de ontspanknop B half in om scherp te stellen.
• De scherpstelindicatie (groen) gaat branden als het onderwerp is
scherpgesteld.
• Het scherpstelbereik is 50 cm tot 7.
• Als u nog dichterbij wilt fotograferen, raadpleegt u "Close-upfoto's maken" (P51).
5
Druk de ontspanknop volledig in (druk deze verder in) en
maak de foto.
• De toegangsindicatie (P16) gaat rood branden wanneer er foto's worden
opgenomen in het ingebouwde geheugen (of op de kaart).
Basisbediening
- -