Lettertype
Kies het lettertype dat u wilt gebruiken bij het maken van labels op de printer. Per labelbestand kunt u
slechts één lettertype selecteren. Deze instellingen hebben geen invloed op een momenteel geopend
labelbestand. Ze worden van kracht voor het volgende nieuwe labelbestand dat wordt aangemaakt.
Het lettertype instellen:
1. Druk op FN + SETUP.
2. Gebruik de navigatietoetsen om door het menu te gaan totdat Lettertype-instellingen
gemarkeerd is.
3. Druk op
4. Zie
•
•
•
•
•
5. Tik op OK.
6. Druk op
de volgende instelling te gaan die u wilt configureren. Als het label al tekst of andere
elementen bevat, wordt de wijziging van het lettertype pas van kracht als alle gegevens in de
editor zijn verwijderd. Zie
Opmerking: U kunt de toets FONT gebruiken om de grootte en de kenmerken voor een tekstregel
M710 Gebruikershandleiding
Schakel het selectievakje in als u wilt dat het label wordt ingekort wanneer er weinig tekst
is. Dit bespaart labelmateriaal. Schakel het selectievakje uit als u de leidingmerker op
volledige grootte wilt hebben, ongeacht de hoeveelheid tekst.
In beide gevallen geeft de software u de mogelijkheid om de labellengte te vergroten voor
tekst die te lang is om op de standaard-labellengte te passen.
om de keuze te aanvaarden en de lettertype-instellingen weer te geven.
"Scherm Instellingen" op pagina 29
Lettertype: Selecteer de letterstijl. Met de twee lettertypen (Brady Fixed Width en Brady
Alpine) kunt u een nul weergeven met of zonder een schuine streep (0 of Ø) erdoor.
Bovendien zijn Chinese, Japanse en Koreaanse lettertypes beschikbaar. Er kunnen
geen extra lettertypen naar de printer worden gedownload.
Automatisch: Past de tekst automatisch aan het label aan terwijl u typt. De huidige letter-
grootte wordt linksboven op het aanraakscherm getoond tijdens het bewerken van een label.
Tekengrootte: (Niet beschikbaar als Automatisch is geselecteerd.) Wijzig de grootte van de
tekst. Dit stelt de standaardlettergrootte in. Bij het bewerken van een label kunt u de lettergrootte
per regel wijzigen.
Kenmerken: Selecteer één of meer van vet, cursief en onderstreept. Dit stelt het standaard-
kenmerk in. Wanneer u een label bewerkt, kunt u het kenmerk voor elk teken wijzigen.
Eenheden: Kies of u de lettergrootte wilt weergeven in punten (een standaardeenheid die in
de meeste tekstverwerkers wordt gebruikt) of in millimeters.
om het menu te verlaten. U kunt ook de navigatietoetsen gebruiken om naar
"Alle gegevens op een label of labels wissen:" op pagina
te wijzigen terwijl u een label bewerkt, maar de waarden die u hier in het menu SETUP
hebt opgegeven, blijven als standaardwaarde gelden voor nieuwe labels en gebieden.
(Zie
"Labels en gebieden" op pagina 45
voor informatie over het gebruik van het scherm.
voor informatie over gebieden.)
Configuratie
Printerinstellingen
42.
12