Garmin Connect app gebruiken, pagina
uw computer gebruiken, pagina
Draadloze sensoren
Uw toestel kan worden gebruikt in combinatie met draadloze
ANT+ of Bluetooth sensoren. Ga voor meer informatie over
compatibiliteit en de aanschaf van optionele sensoren naar
buy.garmin.com.
De draadloze sensors koppelen
Wanneer u voor de eerste keer een draadloze ANT+ of
Bluetooth sensor met uw Garmin toestel verbindt, moet u het
toestel en de sensor koppelen. Nadat de koppeling is voltooid,
maakt het toestel automatisch een verbinding met de sensor
wanneer u een activiteit start en de sensor actief is en zich
binnen bereik bevindt.
TIP: Sommige ANT+ sensors worden automatisch met uw
toestel gekoppeld wanneer u een activiteit start terwijl de sensor
is ingeschakeld en zich in de buurt van het toestel bevindt.
1
Zorg dat u zich op minimaal 10 m (33 ft.) afstand van andere
draadloze sensors bevindt.
2
Als u een hartslagmeter wilt koppelen, doet u eerst de
hartslagmeter om.
De hartslagmeter kan pas gegevens verzenden of ontvangen
als u deze hebt omgedaan.
3
Houd
ingedrukt.
4
Selecteer
> Sensors > Voeg nieuw toe.
5
Breng het toestel binnen 3 m (10 ft) van de sensor en wacht
tot het toestel en de sensor zijn gekoppeld.
Als het toestel verbinding heeft gemaakt met de sensor, ziet
u boven aan het scherm een pictogram.
Voetsensor
Het toestel is compatibel met de voetsensor. Bij indoortrainingen
of als het GPS-signaal zwak is, kunt u in plaats van GPS de
voetsensor gebruiken om het tempo en de afstand vast te
leggen. De voetsensor is stand-by en klaar om gegevens te
verzenden (net als de hartslagmeter).
Na 30 minuten zonder activiteit schakelt de trainingsassistent
zichzelf uit om de batterij te sparen. Als de batterij bijna leeg is,
verschijnt een bericht op uw toestel. Na ongeveer vijf uur is de
batterij leeg.
Uw voetsensor kalibreren
Voordat u de voetsensor kunt kalibreren, moet u het toestel
koppelen met de voetsensor
pagina
22).
Handmatige kalibratie wordt aanbevolen als u uw kalibratiefactor
weet. Als u een voetsensor hebt gekalibreerd met een ander
Garmin product, weet u mogelijk uw kalibratiefactor.
1
Houd het
ingedrukt.
2
Selecteer
> Sensors > Voetsensor > Cal. Factor.
3
Pas de kalibratiefactor aan:
• Verhoog de kalibratiefactor als de afstand te kort is.
• Verlaag de kalibratiefactor als de afstand te lang is.
Kalibratie van de voetsensor verbeteren
Voordat u het toestel kunt kalibreren, hebt u GPS-signalen nodig
en moet u het toestel koppelen met de voetsensor
draadloze sensors koppelen, pagina
De voetsensor beschikt over automatische kalibratie, maar u
kunt de nauwkeurigheid van de snelheids- en afstandsgegevens
verbeteren met een paar hardloopsessies met ingeschakelde
GPS.
1
Sta buiten 5 minuten stil met goed uitzicht op de lucht.
22
17,
Garmin Connect op
17).
(De draadloze sensors koppelen,
(De
22).
2
Start een hardloopactiviteit.
3
Loop 10 minuten hard zonder te stoppen.
4
Stop uw activiteit en sla deze op.
De kalibratiewaarde van de voetsensor verandert mogelijk op
basis van de vastgelegde gegevens. U hoeft uw voetsensor
niet opnieuw te kalibreren tenzij uw hardloopstijl verandert.
Een optionele fietssnelheids- of fietscadans-
sensor gebruiken
Met een compatibele fietssnelheids- of fietscadanssensor kunt u
gegevens verzenden naar uw toestel.
• Koppel de sensor met uw toestel
koppelen, pagina
22).
• Stel de wielmaat in
(Een snelheidssensor kalibreren,
pagina
22).
• Maak een rit
(Een rit maken, pagina
Een snelheidssensor kalibreren
Voordat u de snelheidssensor kunt kalibreren, moet u het toestel
koppelen met een compatibele snelheidssensor
sensors koppelen, pagina
22).
Handmatige kalibratie is optioneel en kan de nauwkeurigheid
verbeteren.
1
Houd het
ingedrukt.
2
Selecteer
> Sensors > Snelheid/cadans > Wielmaat.
3
Selecteer een optie:
• Selecteer Automatisch om de wielmaat automatisch te
berekenen en de snelheidssensor automatisch te
kalibreren.
• Selecteer Handmatig en voer de wielmaat in om de
snelheidssensor handmatig te kalibreren
omvang, pagina
27).
Clubsensoren
Uw toestel is compatibel met Approach
U kunt gekoppelde clubsensoren gebruiken om uw
golfopnamen, inclusief locatie, afstand en clubtype, automatisch
te volgen. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw
clubsensoren voor meer informatie.
Omgevingsbewustzijn
Uw Venu toestel kan worden gebruikt met Varia slimme
fietsverlichting en achteruitkijkradar voor een verbeterd
omgevingsbewustzijn. Raadpleeg de handleiding van het Varia
toestel voor meer informatie.
OPMERKING: U moet mogelijk de Venu software bijwerken
voordat u Varia toestellen kunt koppelen
met de Garmin Connect app, pagina
tempe
De tempe is een draadloze ANT+ temperatuursensor. U kunt de
sensor aan een stevige band of lus bevestigen op een plek waar
deze is blootgesteld aan omgevingslucht en zo een consistente
bron van nauwkeurige temperatuurgegevens vormt. U moet de
tempe met uw toestel koppelen om temperatuurgegevens van
de tempe te kunnen weergeven.
Toestelinformatie
Over het OLED-scherm
De horloge-instellingen zijn standaard geoptimaliseerd voor de
levensduur en prestaties van de batterij
batterijen maximaliseren, pagina
(De draadloze sensors
12).
(De draadloze
(Wielmaat en
CT10 golfclubsensoren.
®
(De software bijwerken
23).
(Levensduur van de
25).
Draadloze sensoren