Als de nieuwe instelling een andere instelling is dan de
standaardinstelling Uit, wordt het pictogram voor de
instelling in het scherm Liveweergave weergegeven.
De instelling Adaptieve belichting blijft van kracht totdat
deze opnieuw wordt gewijzigd, zelfs wanneer u de camera
uitschakelt. Dit geldt echter niet in modus Mijn modus
(pagina 61).
OPMERKING: Als u de functie Adaptieve belichting hebt
ingeschakeld, heeft de camera meer tijd nodig om een
opname in het geheugen op te slaan omdat de opname
eerst wordt verwerkt.
OPMERKING: De instelling Adaptieve belichting is niet van
toepassing tijdens het opnemen van videopclips en in de
modus Panorama.
Fotokwaliteit
Met deze instelling kunt u de resolutie en de JPEG-
compressie instellen die worden toegepast op de foto's die u
maakt. Het submenu Fotokwaliteit heeft zes instellingen.
1. Selecteer de menuoptie Fotokwaliteit in het menu
Opname (pagina 68).
2. Gebruik in het submenu
Fotokwaliteit de knoppen
om een vooraf gedefinieerde
instelling of de optie
Aangepast... te markeren.
3. Druk op de knop
vooraf gedefinieerde instelling
op te slaan en terug te keren naar het menu Opname. Als
de optie Aangepast... is gemarkeerd en u op de knop
drukt, gaat u naar het submenu Aangepaste
fotokwaliteit (zie pagina 76).
om de
Foto's maken en videoclips opnemen
73