USB-configuratie
Deze instelling bepaalt hoe de camera wordt herkend als
deze op een computer wordt aangesloten.
1. Selecteer in het menu Instellen
(pagina 131) de optie USB.
2. Markeer in het submenu USB-
configuratie een van de twee
volgende mogelijkheden:
• Digitale camera—De
computer beschouwt de
camera als een digitale camera die gebruikmaakt van
de PTP-standaard (Picture Transfer Protocol). Dit is de
standaardinstelling op de camera.
• Disk Drive (Schijfstation)—De computer beschouwt de
camera als een schijfstation dat gebruikmaakt van de
MSDC-standaard (Mass Storage Device Class).
Gebruik deze instelling als u opnamen wilt
overbrengen naar een computer waarop geen
HP Image Zone-software is geïnstalleerd (zie Foto's
overbrengen naar een computer zonder de HP Image
Zone-software op pagina 151). Deze instelling werkt
mogelijk niet op een Windows 98-computer waarop
geen HP Image Zone-software is geïnstalleerd.
3. Druk op
keren naar het menu Instellen.
De nieuwe instelling blijft van kracht (ook als u de camera
uitschakelt) totdat u de instelling wijzigt.
om de instelling op te slaan en terug te
Het menu Instellen gebruiken
139