1. Open het klepje van de
batterij/geheugen-
kaartsleuf op de
onderkant van de
camera door het klepje
naar de achterkant van
de camera te schuiven.
2. Plaats de batterij in de
grootste sleuf (zie
illustratie) en duw de batterij naar binnen totdat het
ontgrendelingspalletje op zijn plaats klikt.
3. Sluit het klepje van de batterij/geheugenkaartsleuf door
het klepje naar beneden te duwen en deze vervolgens
naar de voorkant van de camera te schuiven totdat het
klepje op zijn plaats klikt.
Als u de batterij uit de camera wilt halen, schakelt u eerst de
camera uit. Open vervolgens het klepje van de batterij/
geheugenkaartsleuf, verschuif het ontgrendelingspalletje van
de batterij en kantel de camera, waarna de batterij uit de
sleuf wordt geschoven.
Zie Capaciteit van batterijtypen op pagina 207 voor
informatie over de prestaties van lithiumionenbatterijen en
niet-oplaadbare Duracell® CP1-batterijen met betrekking tot
deze camera. Zie Aantal opnamen per batterijtype op
pagina 208 voor informatie over het aantal opnamen
maken dat u met elk batterijtype op basis van het soort
gebruik. In het gedeelte Bijlage A, Omgaan met batterijen,
begint op pagina 203 vindt u tips voor een optimaal
gebruik van de batterijen.
Gebruikershandleiding bij HP Photosmart R717
14