Instelling
Beschrijving
Landschap U gebruikt de modus Landschap voor scènes met veel
perspectief, zoals bergen of skylines van steden, als u
wilt dat de voorgrond en achtergrond scherp worden
weergegeven. De camera combineert hierbij een
hoger F-getal voor een betere scherptediepte met een
hogere verzadiging voor een levendig effect.
Portret
U gebruikt de modus Portret voor foto's die een of
meer mensen als voornaamste onderwerp hebben. Er
wordt een kleiner F-getal gekozen (voor een wazige
achtergrond), in combinatie met lagere waarde voor
scherpte (voor een natuurlijk effect).
Panorama U gebruikt de modus Panorama voor het fotograferen
van indrukwekkende landschappen, zoals
bergketens, of het maken van groepsfoto's die te
breed zijn voor één foto. In deze modus kunt u een
reeks overlappende foto's opnemen, die vervolgens
met behulp van de HP Image Zone-software kunnen
worden samengevoegd tot één grote panoramafoto.
De flitser is in deze modes ingesteld op Flitser uit. Zie
De modus Panorama gebruiken op pagina 59. U kunt
de gehele panoramafoto weergegeven met behulp
van de optie Panoramavoorbeeld uit het menu
Weergave (zie Panoramavoorbeeld op pagina 108).
Strand
U gebruikt de modus Strand voor het maken van
opnamen op het strand. U kunt met behulp van deze
modus felle strandscènes opnemen met een goed
evenwicht tussen de heldere gedeelten en de
schaduwzones.
Sneeuw
U gebruikt de modus Sneeuw voor het maken van
opnamen in de sneeuw. U kunt met behulp van deze
modus felle sneeuwscènes opnemen, terwijl de
correcte helderheid van de sneeuw in de foto
gewaarborgd wordt.
Gebruikershandleiding bij HP Photosmart R717
56