nl Apparaatdeur
1.
Tip: Let er bij het inbouwen op dat de deurruiten
zich in de oorspronkelijke volgorde bevinden.
De middelste ruit zo neerleggen, dat de pijl
rechtsboven wijst.
2.
Bevestiging van de 4 afstandhouders en de 2 dich-
tingen controleren.
De afstandshouder op het midden van de lijnen
‒
plaatsen
.
De afdichtingen aan de hoeken bevestigen
‒
3.
De middelste ruit met afstandshouder en afdichtin-
gen in de richting van de pijl plaatsen
De pijl op de middelste ruit moet corresponderen
met de pijl op de omlijsting
4.
De tweede middelste ruit zonder afstandshouder en
afdichtingen plaatsen en in de richting van de pijl
schuiven, totdat deze in de omlijsting past
De pijl op de middelste ruit moet corresponderen
met de pijl op de omlijsting
36
naar
.
.
.
.
.
5.
De middelste ruit in het gebied
drukken en de houder
drukken, totdat deze vergrendelt.
a De houder is ingebracht.
6.
De binnenruit zo op de apparaatdeur leggen dat het
nummer
rechts onderaan leesbaar is. De binnen-
ruit schuin naar achteren in de bevestigingsrail
plaatsen.
7.
De binnenruit voorzichtig schuin naar boven optillen
en de houder
aanbrengen.
naar beneden
schuin inschuiven en aan-