42
Bijlage B - Intuïtieve begeleiderbesturing
De intuïtieve begeleiderbesturing (hierna begeleiderbesturing genoemd) neemt de hele
besturing van de Esprit over en mag uitsluitend door een persoon worden gebruikt die
de rolstoelgebruiker begeleidt. De rolstoelgebruiker mag de begeleiderbesturing in geen
geval zelf bedienen. De montage van de afzonderlijke componenten gebeurt door Alber
of door een erkende specialist.
1. Aansluiting van de begeleiderbesturing
• Schakel het bedieningsapparaat van de rolstoelgebruiker uit (zie hoofdstuk 5.2.2).
• Verbind de magneetstekker [61] van de intuïtieve begeleiderbesturing met de bus [60]
van de interface [11].
• De begeleiderbesturing is nu met de Esprit verbonden.
2. Inbedrijfstelling van de begeleiderbesturing
• Schakel de Esprit in en wacht tot het startbeeldscherm verschijnt.
Let op dat u tijdens het inschakelen in geen geval de begeleiderbesturing,
de joystick van het bedieningsapparaat of de afzonderlijke bedieningselementen
daarvan aanraakt. Als u dit toch doet, krijgt u een foutmelding.
• Druk op de knop [83] aan de begeleiderbesturing. Daardoor wordt het systeem inge-
schakeld en verschijnen de volgende bedrijfsmeldingen:
- Op het display van het bedieningsapparaat van de rolstoelgebruiker:
tekst "Begeleiderbesturing actief" met symbool van de begeleiderbesturing (zie gra-
fiek).
- Op het display [84] van de begeleiderbesturing:
batterijsymbool (weergave van de accu-capaciteit), rechts daarvan de actueel inge-
stelde rijrichting (pijlsymbool) - zie de grafieken links onderaan.
• De begeleiderbesturing is nu actief, het bedieningsapparaat is niet actief. De rolstoel
kan zodoende alleen nog maar door een begeleidende persoon bewogen worden.
3. Rijden met de begeleiderbesturing
• Leg de door u gewenste rijrichting vast door de schakelaar [86] naar voren (vooruit
rijden) of naar achteren (achteruit rijden) te drukken. De geselecteerde rijrichting
wordt op het display door een pijlsymbool weergegeven.
• Stel met behulp van het instelwieltje [85] de door u gewenste, maximale eindsnelheid
in. Deze wordt bij het instellen kortstondig procentueel weergegeven onder het batte-
rijsymbool.
• Trek de rijhendel [87] aan - de rit begint.
i
De maximaal te bereiken eindsnelheid kan in de software van de
Esprit opgeslagen worden. Neem hierover contact op met uw specia-
list.
4. Uitschakeling van de begeleiderbesturing
Druk op de knop [83] van de begeleiderbesturing om deze uit te schakelen.
Als het bedieningsapparaat hierbij nog ingeschakeld is, neemt dit onmiddellijk de bestu-
ring van de Esprit over. De complete uitschakeling van de Esprit moet via het bedienings-
apparaat uitgevoerd worden (zie hoofdstuk 5.2.2).
i
Wanneer de Esprit m.b.v. het bedieningsapparaat uitgeschakeld
wordt zolang de begeleiderbesturing nog actief is, wordt de begelei-
derbesturing automatisch geactiveerd wanneer het bedieningsappa-
raat de volgende keer ingeschakeld wordt.