5. Bedieningsapparaat
Met de knoppen en de joystick van het bedieningsapparaat kunnen verschillende functies
en instellingen worden geactiveerd en gedeactiveerd. De in de onderstaande bedienings-
instructies afgebeelde grafieken van specifieke displayschermen kunnen eventueel afwij-
ken van de werkelijke weergaven op uw bedieningsapparaat.
Bij verschillende weergaven op het display wordt ook een signaaltoon uitgegeven, echter
alleen wanneer deze functie geactiveerd werd (zie
5.1 Aanbrengen en verwijderen van het bedieningsapparaat (voor service)
Aan uw rolstoel werd een houder [35] aangebracht om het bedieningsapparaat te monteren.
• Schuif de aan de onderkant van het bedieningsapparaat [20] aangebrachte geleidelijst
[32] in het schuifgedeelte [33].
• Bevestig het bedieningsapparaat [20] in het schuifgedeelte [33] met de klemhendel [34].
• Steek de stekker [30] van het bedieningsapparaat in de bus [16] van de kabel van de
interface en schroef beide onderdelen aan elkaar.
• Het verwijderen van het bedieningssapparaat vindt plaats in omgekeerde volgorde.
Let er voordat u de stekker [30] in de bus [16] steekt op dat beide
onderdelen schoon zijn en dat zich geen metalen deeltjes aan bevin-
den. Als deze deeltjes toch aanwezig zijn, moeten ze met een scho-
ne, droge doek verwijderd worden!
5.2 Functies op het bedieningsapparaat
5.2.1 Het systeem inschakelen
Nadat de twee Esprit wielen, zoals in hoofdstuk 2.1 beschreven, correct aan uw rolstoel
aangebracht werden, kunt u nu het systeem met het bedieningsapparaat [20] inschake-
len. Raak tijdens het inschakelen in geen geval de joystick [21] of andere bedie-
ningselementen van het bedieningsapparaat aan. Als u dit toch doet, krijgt u een
foutmelding.
• Druk kort op de aan/uit-knop [26]. Het systeem wordt ingeschakeld en op het display
[25] wordt circa 3 seconden lang het Esprit startbeeldscherm weergegeven. Vervolgens
verschijnt het hiernaast afgebeelde rijbeeldscherm (betekenis van de symbolen zie
hoofdstuk 5.3.1).
(De afbeeldingen links kunnen van de werkelijke weergave op het display van uw bedie-
ningsapparaat afwijken, omdat functies in- of uitgeschakeld kunnen worden.)
• Wanneer u nog niet vertrouwd bent met de Esprit en de rijeigenschappen ervan, is het
raadzaam om met de draaischakelaar [29] de te bereiken maximumsnelheid eerst tot
het minimum te reduceren (zie hoofdstuk 5.2.6).
• Met de joystick [21] kunt u nu de twee Esprit wielen in beweging zetten. Lees echter
van tevoren de veiligheids- en gevarenaanwijzingen in hoofdstuk 3 door.
• Wanneer de ingeschakelde wielen niet in beweging gezet worden, dan volgt er na
10 minuten een zelfuitschakeling. Zie hierover ook hoofdstuk 5.5.
Indien er na het inschakelen een heel andere weergave op het dis-
play verschijnt dan de weergave die hier afgebeeld is, dan is er een
fout opgetreden. In hoofdstuk 6 vindt u een lijst met foutcodes.
i
Alleen bij het eerste gebruik verschijnt bij het inschakelen van het
bedieningsapparaat het menu Taalkeuze (zie hoofdstuk 5.4). In dit
menu kunt u instellen, in welke taal afzonderlijke elementen op het
display weergegeven moet worden.
hoofdstuk 5.3.7).
23