10
2.4 Verwijderen van de wielen
In de regel zullen de twee Esprit wielen aan uw rolstoel blijven. Als deze, bijvoorbeeld
voor transportdoeleinden, worden verwijderd, moet dit (evt. samen met een begeleidende
persoon) als volgt worden uitgevoerd:
• Zet, indien dit nog niet gebeurd is, het bedieningsapparaat uit (zie hoofdstuk 5.2.2).
• Controleer of het wiel is ingekoppeld (zie hoofdstuk 2.1).
• Bij gebruik van Alber-kantelsteunen:
Til uw rolstoel iets omhoog, zoals beschreven in hoofdstuk A van de bijlage van deze
gebruiksaanwijzing, en druk de kantelsteunen met uw voet in de richting van de grond.
• Als de rolstoel op de kantelsteunen staat:
Druk op de centraal in de wielnaaf gelegen ontgrendeling [6] (tegelijkertijd mag in
geen geval de koppelingsring [7] gedraaid worden) en trek het Esprit wiel voorzich-
tig van de rolstoel.
• Als beide wielen verwijderd zijn, kunt u de kantelsteunen weer terugzetten in de
uitgangspositie, zoals beschreven in hoofdstuk A van de bijlage van deze gebruiksaan-
wijzing.
• Zonder Alber-kantelsteunen:
Til uw rolstoel op aan zijn schuifgrepen.
• Druk op de centraal in de wielnaaf gelegen ontgrendeling [6] (tegelijkertijd mag in
geen geval de koppelingsring [7] gedraaid worden) en trek het e-fix wiel voorzich-
tig van de rolstoel.
• Ga vervolgens te werk volgens de richtlijnen van de fabrikant van de door u gebruikte
kantelsteunen.
Tijdens het indrukken van de ontgrendeling [6] mag in geen geval
de koppelingsring [7] gedraaid worden, omdat dit tot schade aan het
wiel kan leiden. Het wiel kan dan niet meer worden weggenomen.
i
Het Esprit wiel moet ingekoppeld zijn om van de rolstoel afgenomen
te worden.
2.5 Transport en opslag van de wielen als bagage
• De wielen moeten in de regel aan de rolstoel blijven en alleen worden weggenomen
als dit echt noodzakelijk is.
• Voordat de Esprit wielen verwijderd worden, moet het bedieningsapparaat uitgescha-
keld worden.
• Let bij het neerzetten of wegleggen van de Esprit wielen met name op de steekas
[9] en de draaimomentstekker [8] aan de achterkant van het wiel. Beide onderdelen
mogen in geen geval beschadigd raken.
• De wielen moeten liggend op de voorkant of rechtop worden opgeslagen c.q. getrans-
porteerd.
• Voor het transport gelden de richtlijnen van de gebruiksaanwijzing van de rolstoel met
betrekking tot de beveiliging van de complete rolstoel resp. de afzonderlijke onderde-
len ervan.
• Bij transport moeten de Esprit wielen in elk geval tegen oncontroleerbaar rondslinge-
ren beschermd worden, zodat deze bij een remmanoeuvre niet tot een gevaar voor de
inzittenden kunnen worden.
• Als er met betrekking tot de beveiliging van rolstoel en wielen in uw land nationale
voorschriften bestaan, dan hebben deze voorrang en moeten in acht worden genomen.
• Voor ongevallen van welke aard dan ook die plaatsvinden als gevolg van het niet in
acht nemen van deze instructies, en voor de gevolgen daarvan wijzen Alber GmbH en
diens vertegenwoordigers elke aansprakelijkheid van de hand.
• Als u de rolstoel in zijn geheel wilt transporteren, dus zonder de wielen te demonte-
ren, moet de rolstoel volgens de richtlijnen resp. voorschriften van de rolstoelfabri-
kant beschermd worden.
Voor het gebruik van de rolstoel als autostoel in combinatie met de
Esprit wielen, zie hoofdstuk 15