3.5.3
Waarschuwingen en storingen
Het aandrijfsysteem bewaakt zichzelf continu en
geeft een gedetecteerde storing aan als
systeemmelding met behulp van een getal. Het
aandrijfsysteem onderscheidt twee
systeemmeldingen: waarschuwingen en
storingsmeldingen.
3.5.3.1 Waarschuwingen
Afbeelding 27: Voorbeeld waarschuwing W010
Waarschuwingen worden op het display
weergegeven tussen de geselecteerde
versnelling en de laadtoestandweergave.
Afhankelijk van de waarschuwing kunnen er
beperkingen gelden voor de bediening van het
systeem. Een tabel met alle systeemmeldingen en
mogelijke oplossingen bevindt zich in de bijlage.
3.5.3.2 Storingsmeldingen
Afbeelding 28: Voorbeeld storingsmelding E010
Storingsmeldingen worden op het volledige
display weergegeven. Afhankelijk van de storing
kunnen er beperkingen gelden voor de bediening
van het aandrijfsysteem. Een tabel met alle
storingsmeldingen en mogelijke oplossingen
bevindt zich in de bijlage.
MY21B05 - 16_1.0_22.10.2020
3.5.4
Bediening
Het elektrische aandrijfsysteem wordt bediend
door middel van de boordcomputer (II) en de
linker bediening (I). De rechter bediening (III)
schakelt de versnellingen.
I
Afbeelding 29: Overzicht locatie bedieningen
Afhankelijk van het model kunnen drie
verschillende bedieningen zijn voorzien:
•
3-schakelaarbediening
•
2-schakelaarbediening
•
MTB-bediening.
3-schakelaarbediening
1
2
3
Afbeelding 30: 3-schakelaarbediening
1
Schakelaar X
2
Schakelaar A
3
Schakelaar Y
Gebruik
II
III
32