Wanneer alleen het wachtwoord is gekozen (-Teign=:wachtwoord) (geen taakeigenaar-naam gekozen),
wordt de gebruikersnaam van de aanmelding gebruikt als taakeigenaar-naam. Het ingevoerde wachtwoord
gaat gelden als wachtwoord voor verificatie.
Wanneer noch de naam van de taakeigenaar, noch een wachtwoord is gekozen (-Teign=:), wordt de
gebruikersnaam van de aanmelding gebruikt als taakeigenaar-naam, en het verificatie-wachtwoord wordt
beschouwd als niet vastgelegd.
Wanneer de taakeigenaar-naam langer is dan het toegestane aantal letters, worden de overtollige letters
genegeerd.
Wanneer er een ontoelaatbaar letterteken is gekozen voor de taakeigenaar-naam, wordt er "Onbekende
gebruiker" toegepast voor de taakeigenaar-naam.
OPMERKING:
Toegestane lettertekens voor de taakeigenaar-naam zijn letters, cijfers en leestekens, behalve de spatie
en de dubbele punt.
OPMERKING:
Er kunnen tot 32 lettertekens worden gekozen voor de taakeigenaar-naam.
Wanneer er een ontoelaatbaar letterteken wordt gekozen voor het wachtwoord, of wanneer het ingevoerde
wachtwoord het toegestane aantal letters overschrijdt, wordt het verificatie-wachtwoord beschouwd als
niet vastgelegd.
OPMERKING:
De toegestane lengte van het wachtwoord is van 4 tot 12 cijfers.
Een incomplete vorm van de -Teign optie wordt beschouwd alsof er geen verificatie-instelling is gemaakt. Als er
in dat geval een verificatie-instelling wordt gemaakt via een omgevingsvariabele, wordt die gebruikt als
instelinformatie.
Afdrukken (HP-UX)
Dit gedeelte biedt informatie voor afdrukken met de logische printer die is geregistreerd tijdens de installatie.
Afdrukken in HP-UX
Afdrukken met de standaard printer:
Als de printer is geregistreerd als de standaard printer, kan de naam van de printer worden afgekort en gespecificeerd
zoals getoond in het volgende voorbeeld.
% lp bestandsnaam
Afdrukken met andere printers:
Voor afdrukken met een printer genaamd dell3130cn, tikt u het volgende.
% lp -d dell3130cn bestandsnaam
Om tijdelijk van standaard printer te wisselen voor het afdrukken:
Voor het wisselen van de standaard printer, stelt u de printernaam in in een omgevingsvariabele genaamd PRINTER.
Voor het instellen van een printer genaamd dell3130cn als de standaard printer voor afdrukken, tikt u het volgende.
% setenv PRINTER dell3130cn
% lp bestandsnaam
Voor afdrukken met toegevoegde opties:
Voor afdrukken met de opties, kiest u de optie voor het lp commando met -o als volgt.