4 Ethernet-aansluiting
OPMERKING:
Wanneer de draadloze printeradapter is geïnstalleerd, kunt u niet de Ethernet-poort gebruiken voor een
niet-draadloze verbinding.
U sluit de printer aan op het netwerk door Ethernet-kabel aan te sluiten op de Ethernet-aansluiting aan de achterzijde van de
printer en op een LAN-verbindingspunt of -verdeelpunt (hub). Steek voor een draadloze verbinding de draadloze printer-
adapter in de aansluiting van de draadloze printer-adapter aan de achterzijde van de printer.
Raadpleeg voor een draadloze verbinding
Zet de printer aan.
1. Steek één uiteinde van het netsnoer in de aansluiting achterop de printer en steek de stekker in een goed geaard
stopcontact.
Gebruik geen verlengsnoeren of verdeelstekkers.
De printer mag niet worden aangesloten op een UPS-systeem.
2. Zet de computer en de printer aan.
Druk de pagina met de printer-instellingen af en controleer deze.
Druk de pagina met de printer-instellingen af.
Bij gebruik van het operatorpaneel
1. Druk op de knop Menu.
2. Let erop dat Rapport/Lijst verschijnt, en druk dan op de knop
"De Draadloze printer-adapter installeren en
configureren".
(Instellen).