4.
Hydraulische olie moet uiterlijk op de helft van het niveau worden bijgevuld om een veilig gebruik
van de machine te garanderen.
5. Voor elke opstart moet worden gecontroleerd of er voldoende hydroxideolie in de tank zit.
6. De verbindingen en fittingen moeten regelmatig op dichtheid worden gecontroleerd, zo nodig
aangedraaid.
7. Zorg ervoor dat de machine en het werkgebied rond de machine schoon en vrij van olievlekken
zijn. Gevaar van uitglijden en brand!
Bedien de machine nooit als er gevaar is door hydraulische vloeistof.
7.3
Brandstof aanvullen
GEVAAR
Gezondheids- en explosiegevaar door verbrandingsmotor. Bij het omgaan met
Brandstof voorzichtigheid is geboden!
Het uitlaatgas van de motor
koolmonoxide-omgeving kan leiden tot bewustzijnsverlies en de dood. Laat de
motor niet in een afgesloten ruimte draaien .
Lees voor de ingebruikname
handleiding van de motor.
Houd de motor uit de buurt van hitte, vonken en vlammen. Rook niet in de buurt
van de machine!
Benzine is zeer licht ontvlambaar en explosief. Zet voor het tanken de motor uit en
laat hem afkoelen.
VOORZICHTIGHEID
Motorstoring! Risico op motorschade door ongeschikte benzine.
Tank alleen met benzine ROZ 95 of hoger. In geen geval mag de machine worden
bijgetankt met een 2-taktmengsel, diesel of niet-goedgekeurde brandstof.
Deze motor heeft alleen loodvrije gewone benzine nodig met een onderzoeks octaangetal van 95 of
hoger. Gebruik alleen verse, schone brandstof. Water of onzuiverheden in de benzine beschadigen
het brandstofsysteem.
22
bevat giftige koolmonoxide. Een verblijf
de gebruiksaanwijzing van
in een
de machine en de
INGEBRUIKNAME