GEBRUIKERSINSTELLINGEN
Programma
nummer
13
14
15
16
17
18
19
56
Programmanaam
GEHEUGEN VOOR
PRINTER
AUTOMATISCHE
TOETSHERHALING
TOETSDRUKTIJD
TOETSGELUID
BASISINSTELLING
GELUIDSSIGNAAL
TONERBESPARINGS-
FUNCTIE
AE
BELICHTINGSNIVEAU
AANPASSEN
Instelcodes
(fabrieksinstelling
verschijnt
vetgekleurd)
1: 30%
• Gebruik deze instelling om de grootte
2: 40%
3: 50%
4: 60%
5: 70%
• Gebruik deze instelling om al dan niet
1: AAN
2: UIT
• Gebruik deze instelling om de duur te
1: NORMAAL
2: 0,5 SEC.
3: 1,0 SEC.
4: 1,5 SEC.
5: 2,0 SEC.
1: LAAG
• Deze insteling regelt het volume van
2: HOOG
3: UIT
• Gebruik deze instelling om een
1: AAN
2: UIT
• Hiermee kunt u het tonergebruik
1: AAN
2: UIT
• Deze wordt gebruikt om het
• Het automatische belichtingsniveau
1: SPF/RSPF
(Aanpassing tot 5
niveaus mogelijk.)
2: GLASPLAAT
• Zie pagina 24 voor de procedure voor
(Aanpassing tot 5
niveaus mogelijk.)
Uitleg
van het machine-geheugen in te
stellen voor de printerfunctie.
de herhaling van het indrukken van
een toets te selecteren. Voor toetsen
die normaliter een instelwaarde
verhogen wanneer deze worden
ingedrukt (bijvoorbeeld het ingedrukt
houden van de [
] toets (
[
] toets (
)) kunt u dit
programma gebruiken om te bepalen
of de instelwaarde wel of niet wordt
gewijzigd wanneer de toets ingedrukt
gehouden wordt.
selecteren waarbinnen de invoer van
een bepaalde toetsdruk wordt
geaccepteerd. Door een langere duur
in te stellen voorkomt u dat
instellingen worden gewijzigd door
het per ongeluk indrukken van een
toets.
de piepsignalen. (p.60)
piepgeluid te laten horen wanneer
een basisinstelling wordt
geselecteerd. (p.60)
tijdens het kopiëren verminderen met
ongeveer 10%. De
tonerbesparingsfunctie is effectief
wanneer de belichtingsfunctie is
ingesteld op AUTO (
(
).
belichtingsniveau aan te passen.
kan afzonderlijk worden ingesteld
voor de origineelplaat en de RSPF.
het aanpassen van de belichting en
voor richtlijnen voor numerieke
waarden. De fabrieksinstelling voor
het belichtingsniveau is "midden".
) of
) of TEKST