• Etiketten: met de afdrukzijde naar boven en de korte zijde eerst.
• Voorbedrukt papier: met de afdrukzijde naar boven en de bovenzijde
eerst.
• Kaarten: met de te bedrukken kant naar boven en de korte zijde
eerst.
• Eerder afgedrukt papier: met de eerder bedrukte zijde naar onder
en de vlakke rand in de richting van de printer.
Opmerking
Plaats nooit te veel afdrukmateriaal. Het afdrukmateriaal gaat
bol staan als u een te dikke stapel plaatst of als u een stapel
te ver in de lade plaatst.
Opgepast
Kies de achterklep als uitvoerlocatie bij het afdrukken op
speciale materialen als enveloppen, etiketten, transparanten
of kaarten. Voordat u de achterklep kunt gebruiken, moet
u deze openen. Zie pagina 5.9.
4
Knijp de multifunctionele lade 1 met geleiders samen en pas
deze aan de breedte van het papier aan. Oefen niet te veel druk uit.
Het papier kan dan gaan buigen, waardoor een papierstoring
ontstaat of het papier scheeftrekt.
5
Stel in de softwaretoepassing de papierinvoer en -soort in wanneer
u een document wilt afdrukken. Raadpleeg de sectie Software.
Zie Bedieningspaneel voor informatie over het instellen van
de papierinvoer en -soort op de pagina 2.4.
6
Na het afdrukken klapt u het verlengstuk weer dicht en sluit
u de multifunctionele lade.
Tips voor het gebruik van multifunctionele lade 1
• Plaats slechts afdrukmateriaal van één formaat in de multifunctionele
lade 1.
• Voeg geen papier toe als de multifunctionele lade 1 nog papier bevat.
Hierdoor kan het papier vastlopen. Dit geldt ook voor andere soorten
afdrukmateriaal.
• Plaats afdrukmaterialen in de multifunctionele lade 1 met de te
bedrukken zijde naar boven en met de bovenrand eerst en zorg
ervoor dat het materiaal in het midden van de lade ligt.
• Plaats alleen afdrukmaterialen in het apparaat die voldoen aan
de specificaties op pagina 5.1. Zo voorkomt u dat het papier vastloopt
en er problemen ontstaan met de afdrukkwaliteit.
• Maak omgekrulde kaarten, enveloppen en etiketten eerst vlak voor
u ze in de multifunctionele lade 1 plaatst.
• Open de achterklep wanneer u materiaal met een formaat van
76 x 127 mm wilt afdrukken vanuit multifunctionele lade 1. Zo
ontstaat er een rechte papierbaan en voorkomt u dat het
papier vastloopt.
• Open de achterklep wanneer u op transparanten afdrukt. Hiermee
voorkomt u dat de transparanten bij het uitvoeren scheuren.
De handmatige-invoermodus gebruiken
Als u Handmatige invoer selecteert voor de optie Invoer op het tabblad
Papier wanneer u de afdrukinstellingen wijzigt, kunt u het papier vel voor
vel in multifunctionele lade 1 plaatsen. Raadpleeg de sectie Software.
Handmatige invoer is nuttig als u de afdrukkwaliteit van elke afgedrukte
pagina wilt controleren.
U plaatst papier zoals u dit anders ook doet, maar u plaatst de vellen
nu een voor een in de multifunctionele lade 1. Vervolgens verstuurt u de
afdrukgegevens voor het afdrukken van de eerste pagina, waarna u op
het bedieningspaneel op Starten/Stoppen drukt om een volgende
pagina af te drukken.
1
Plaats het papier met de te bedrukken zijde naar boven.
2
Knijp de multifunctionele lade 1 met geleiders samen en pas
deze aan de breedte van het papier aan. Oefen niet te veel druk uit.
5.7
<Afdrukmateriaal plaatsen>