NL
12
INSTALLATIE
12.1
INLEIDING
• De positie van de montage moet gekozen worden op grond van de omgeving, de afvoer en het rookkanaal.
• Controleer bij de plaatselijke overheid of er beperkende normen zijn die betrekking hebben op de inlaat van
de verbrandingslucht, de inlaat voor de ventilatie van het vertrek, de rookafvoerinstallatie, het rookkanaal
en de schoorsteenpot.
• Controleer of de inlaat voor verbrandingslucht aanwezig is.
• Controleer de eventuele aanwezigheid van andere kachels of apparaten die de kamer in onderdruk kunnen
brengen.
• Controleer met ingeschakelde kachel of er geen CO in het vertrek aanwezig is.
• Controleer of de schoorsteen de benodigde trek heeft.
• Controleer of tijdens de trek van de rook alles in veilige staat verkeert (eventuele rooklekken en afstanden ten
opzichte van ontvlambaar materiaal, enz...).
• De installatie van het apparaat moet een gemakkelijke toegang voor de reiniging van het apparaat, de
rookafvoerleidingen en het rookkanaal garanderen.
• De installatie moet een gemakkelijke toegang tot de elektrische voedingsstekker garanderen (zie ELEKTRISCHE
AANSLUITING op pag. 26).
• Om meer apparaten te kunnen installeren, moet de buitenluchtinlaat de daarvoor geschikte afmetingen
krijgen (zie KENMERKEN op pag. 46).
12.2
RUIMTEBESLAG
16
Fig. 17 - Algemene afmetingen: Bistrot
LEGENDE
Fig. 17 op pag. 16
1
101,7 cm
2
58 cm
3
58 cm
4
19,6 cm
5
28 cm
6
4,4 cm
7
31,3 cm
8
45°
9
Rookgasafvoer d.8 cm
10
Inlaat verbrandingslucht d.4 cm
3
BISTROT
- BISTROT
3
LOUNGE
3