De pomp stopt, als de minimale watertem-
peratuur in het CV-circuit bereikt wordt.
– Minimale watertemperatuur: 15 ℃
Als de branderontstekingstemperatuur in
het CV-circuit bereikt is, ontsteekt de bran-
der tot het bereiken van de uitschakeltem-
peratuur.
– Ontstekingstemperatuur van de bran-
der: 7 ℃
– Uitschakeltemperatuur van de brander:
35 ℃
Het gebruikswatercircuit (koud- en warm
water) wordt niet beschermd door de CV-
ketel.
De vorstbescherming van de installatie
kan alleen door de CV-ketel gewaarborgd
worden.
Een thermostaat is nodig, om de tempera-
tuur van de installatie te controleren.
4.7.2 Vorstbescherming van de
installatie
Aanwijzing
Zorg ervoor, dat de stroom- en
gasvoorziening van het product
in orde zijn.
Voorwaarden: Afwezigheid van meerdere dagen,
Zonder thermostaat
▶
Selecteer de modus Afwezig-
heid/vorstbescherming (→ Pagina 9).
◁
In het CV-circuit is alleen de water-
druk zichtbaar.
Voorwaarden: Afwezigheid van meerdere dagen,
Met thermostaat
▶
Programmeer uw afwezigheid op de
thermostaat, zodat de vorstbescher-
mingsinrichtingen actief zijn.
Voorwaarden: Langere afwezigheid
▶
Neem contact op met een erkende in-
stallateur, om de installatie te laten
legen resp. het CV-circuit te laten be-
0020203418_01 Thema Condens Gebruiksaanwijzing
Verhelpen van storingen 5
schermen door de toevoeging van een
speciaal vorstbeschermingsadditief.
5 Verhelpen van storingen
5.1 Storingen herkennen en
verhelpen
▶
Als het bij het gebruik van het product
tot problemen komt, dan kunt u enkele
punten met behulp van de tabel in de
bijlage zelf controleren.
Verhelpen van storingen (→ Pagina 15)
▶
Als het product na de controle aan de
hand van de tabel niet perfect werkt,
neem dan contact op met de klanten-
service om het probleem te laten ver-
helpen.
5.2 Weergave van de foutcodes
Foutcodes hebben prioriteit voor alle an-
dere indicaties. Bij het tegelijk optreden
van meerdere fouten worden deze afwis-
selend gedurende telkens twee seconden
weergegeven.
▶
Als uw product
u contact opnemen met de klantenser-
vice.
6 Onderhoud
6.1 Onderhoud
Voor de continue inzetbaarheid, gebruiks-
veiligheid, betrouwbaarheid en lange le-
vensduur van het product zijn een jaar-
lijkse inspectie en een tweejaarlijks onder-
houd van het product door de installateur
noodzakelijk. Afhankelijk van de resultaten
van de inspectie kan een vroeger onder-
houd nodig zijn.
xx
weergeeft, moet
11