Wi-Fi gebruiken
Het wachtwoord instellen (INST. BUITENMONIT.)
Stelt het wachtwoord voor toegang tot de camera in. (Niet meer dan 8
tekens)
1
Tik op "MENU".
(Gebruik op deze camera)
≪PLAY
Het menu snelkoppelingen verschijnt.
0
2
Tik op "WI-FI" (Q) in het menu snelkoppelingen.
(Gebruik op deze camera)
3
Tik op "INST. BUITENMONIT.".
(Gebruik op deze camera)
WI-FI
INST. BUITENMONIT.
4
Tik op "WACHTWOORD".
(Gebruik op deze camera)
INST. BUITENMONIT.
WACHTWOORD
5
Voer het wachtwoord in.
(Gebruik op deze camera)
WACHTWOORD
INSTEL
Tik op de toetsen op het aanraakscherm om de tekens in te voeren.
0
Het teken wijzigt bij elke tik.
Tik op "WISSEN" om een teken te wissen.
0
Tik op "ANNULEREN" om af te sluiten.
0
Tik op "A/a/1" om het tekentype te selecteren (hoofdletter, kleine letter
0
en getal).
Tik op E of F om één spatie naar links of rechts te gaan.
0
Tik na de instelling op "INSTEL".
0
30
REC
MENU
MENU
INSTEL
WISSEN
ANNULEREN
De UPnP van deze camera instellen (INST. BUITENMONIT.)
Stelt het UPnP van de camera in.
1
Tik op "MENU".
(Gebruik op deze camera)
≪PLAY
Het menu snelkoppelingen verschijnt.
0
2
Tik op "WI-FI" (Q) in het menu snelkoppelingen.
(Gebruik op deze camera)
3
Tik op "INST. BUITENMONIT.".
(Gebruik op deze camera)
WI-FI
INST. BUITENMONIT.
4
Tik op "UPnP".
(Gebruik op deze camera)
INST. BUITENMONIT.
UPnP
Tik op "AAN" of "UIT".
0
Selecteer "AAN" om UPnP in te schakelen.
0
Selecteer "UIT" om UPnP uit te schakelen.
0
Tik na de instelling op "INSTEL".
0
REC
MENU
MENU
INSTEL