Rijden met de zitmaaier
1. Los de handrem door het rempedaal in te
drukken.
2. Druk voorzichtig een van de pedalen in totdat de
gewenste snelheid is verkregen.
Bij vooruit rijden, druk pedaal (1) in of bij achter-
uit rijden, pedaal (2).
3. Kies de gewenste maaihoogte (1–9) met de
maaihoogtehendel.
Om een regelmatige maaihoogte te krijgen is
het belangrijk dat de bandenspanning van beide
voorwielen gelijk is 60 kPa/8.5 PSI.
RIJDEN
2
1
Nederlands –
6017-012
6017-214A
6007-008H
17