3.3.2 Systeemprogrammering
Voor het invoeren van tekens, zie "
0
0
4
Voer in 004.
224
Bedieningshandleiding
Tekens invoeren".
toestelnr.
Druk op ENTER.
Voer het
toestelnummer in.
naam
Druk op ENTER.
Voer de naam in
(max. 20 tekens).
Doorgaan
OF
Druk op PREV.
Druk op NEXT.
Druk op CANCEL.
Stoppen
Druk op END.