2.1.7 Toestelcontrole met Directe Station Selectie via Netwerk
(DSSN)
DSSN toetsen kunnen naar wens worden ingesteld op een willekeurig toestel dat is aan-
gesloten op uw PBX. Een DSSN toets biedt de mogelijkheid aan een toestelgebruiker
om een ander toestel, dat is aangesloten op een andere PBX in een Privé netwerk, te
controleren. De indicator van de DSSN toets toont de huidige status van het gecontro-
leerde toestel op dezelfde manier als bij een DSS toets. Wanneer het niet langer nodig
is om het op de andere PBX aangesloten toestel te controleren, kan de controle door de
PBX gestopt worden door de beheerder. Indien ook andere DSSN toetsen werden inge-
steld om dat toestel te controleren, zullen die eveneens worden gedeactiveerd.
PT and SLT
PT/HS
Hoorn van
de haak.
•
Nadat de controle is uitgeschakeld, kunt u de controle weer herstarten door de hoorn van de
haak te nemen, op de betreffende DSSN toets te drukken, en de hoorn op de haak te leggen.
Aanpassen van uw toestel
•
3.1.3 Aanpassen van de toetsen
Maken of wijzigen van een Directe Station Selectie via Netwerk (DSSN) toets.
2.1.7 Toestelcontrole met Directe Station Selectie via Netwerk (DSSN)
7
8
4
Voer in
784.
een ander PBX-
aansluitingsnr.
OF
(DSSN)
Kies een ander PBX-aansluitingsnummer
en druk daarna op # of druk op DSSN.
B-toon
Hoorn op
de haak.
Bedieningshandleiding
195