22 22 22 22
• Controleer de netwerksetup
Zorg dat uw printer juist in uw netwerkomgeving is ingesteld. Zie
De printer in een netwerk gebruiken onder "Hoe kan ik...?" in de
Toolbox-help en de bij uw netwerk geleverde documentatie.
Er is een lege pagina uitgevoerd
• Controleer of de beveiligingsstrip van de inktsproeiers van de
inktpatronen is verwijderd.
• Controleer of het gebruikte papier breed genoeg is
De papierbreedte moet overeenkomen met de paginainstellingen
in uw afdrukinstellingen.
• Controleer of er een van de inktpatronen leeg is
Als u zwarte tekst wilt afdrukken en er een lege pagina wordt
afgedrukt, is uw zwarte inktpatroon wellicht leeg. Vervang de
zwarte inktpatroon.
• Controleer de printerinstelling
Zorg dat uw printer is geselecteerd als de huidige printer of de
standaardprinter.
• Controleer de parallelle poort van uw computer
Als u een parallelle kabel gebruikt, moet uw printer rechtstreeks
op de parallelle poort zijn aangesloten. De poort mag niet met
andere apparaten zoals een zip-station worden gedeeld.
Tekst of illustraties zijn verkeerd geplaatst
• De instellingen voor papierformaat of pagina-oriëntatie zijn
onjuist
Zorg dat het papierformaat en de pagina-oriëntatie die in de
softwaretoepassing zijn geselecteerd, overeenstemmen met de
instellingen in het dialoogvenster HP Afdrukinstellingen.
• Het papier is niet juist geladen
Als alles op de pagina schuin of scheef staat, zorg dan dat de
papierbreedte- en papierlengtegeleider goed tegen de linker- en
ondermarges van de papierstapel liggen en dat de hoofdlade
niet meer dat 150 vellen papier bevat of dat de alternatieve lade
niet meer dan 10 vellen papier bevat.
• De marge-instellingen zijn onjuist
Als de tekst of de illustraties van de randen van de pagina
wegvallen, zorg dan dat de marges voor het document niet zo
zijn ingesteld dat ze buiten het afdrukgebied vallen.