12 12 12 12
Afdrukfuncties
Dit deel beschrijft de functies van uw nieuwe printer, zoals het gebruik
van "panelen" en de beschikbare imaging-opties, zoals "omzetten in
grijsschaal". Zie de online Help voor gedetailleerde informatie over het
gebruik van deze functies.
N.B. De hier beschreven afdrukfuncties hebben betrekking op Windows 95 of later
en Windows NT 4.0 of later.
U krijgt toegang tot de afdrukfuncties door in het
printerconfiguratiescherm met de rechtermuisknop op het
printerpictogram te klikken. Onder Windows 95 of 98 selecteert u
Eigenschappen. Onder Windows NT 4.0 selecteert u
Standaardinstellingen voor document. In de meeste toepassingen zijn
de printereigenschappen ook via het dialoogvenster Afdrukken
toegankelijk.
Instellingen opslaan
U kunt de huidige instellingen van het stuurprogramma (bijvoorbeeld
pagina-oriëntatie, papierbron) opslaan voor later gebruik.
Snelinstellingen kunnen gemakkelijk worden opgeslagen in de meeste
Snelinstellingen
Snelinstellingen
Snelinstellingen
tabs van het printerstuurprogramma. U kunt ook instellingen van het
printerstuurprogramma herstellen door Fabrieksinstellingen te
selecteren.
Een document vergroten of verkleinen
Gebruik de functie HP ZoomSmart om documenten te vergroten of
verkleinen.
Hand-out
Dit is handig om presentatiedia's op gewoon papier af te drukken.
win