1
Voorwoord en algemene aanwijzingen
De verschillende bedsystemen van Hermann Bock voldoen aan de speciale vereisten voor
gebruik in verpleeg- en behandelcentra evenals voor de verzorging thuis. Daarbij wordt
ieder individueel bed gekenmerkt door een betrouwbare functionaliteit en een lange
levensduur. Bij correcte bediening en onderhoud heeft het bed in verhouding weinig
onderhoud nodig. Elk bed van Hermann Bock verlaat de productie pas nadat het een
kwaliteitsonderzoek heeft ondergaan tijdens de eindcontrole. De bedden zijn gebouwd in
overeenstemming met de actueel geldende normen voor medische bedden en als zodanig
getest.
De bedden voldoen aan de norm EN 60601-2-52. De elektrische componenten voldoen
aan veiligheidsnorm EN 60601-1 voor medische apparaten. Verpleegbedden zijn
medische hulpmiddelen en moeten in klasse 1 worden ingedeeld.
De norm deelt de bedden in vijf verschillende toepassingsgebieden in:
1. Intensive Care in een ziekenhuis, intensive care bed.
2. Spoedeisende zorg in een ziekenhuis of een andere medische instantie,
ziekenhuisbed in ziekenhuis.
3. Langdurige verpleging in een medische omgeving, stationair verpleegbed
4. Thuiszorg, een echt zogenaamd HomeCare-bed.
5. Poliklinische zorg
1.1
Beoogd gebruik
Het verpleegbed mag worden ingezet in bejaarden- of verzorgingstehuizen en in
revalidatiecentra. Het dient voor het verlichten van een beperking of voor het
vergemakkelijken van de verzorging van zorgbehoevenden door de zorgverlener.
Daarnaast werd het verpleegbed ontwikkeld als een comfortabele oplossing voor het
thuis verplegen van hulpbehoevende en zorgbehoevende mensen, en voor mensen met
een beperking. Op grond daarvan zijn de hieronder beschreven verpleegbedden bestemt
voor toepassingsbereik 3 tot en met 5. Ieder ander gebruik geldt als niet in
overeenstemming met de voorschriften en is mogelijkerwijs uitgesloten van garantie.
Het verpleegbed is geschikt voor zorgbehoevende personen
(volwassenen) met een lichaamslengte vanaf 146 cm. Het
gewicht van de persoon mag niet meer bedragen dan 185 kg
resp. 220 kg (afhankelijk van het model, zie hoofdstuk 4.1) en
dient meer te zijn dan 40 kg. De Body Mass Index (BMI =
iemands gewicht (kg)/(lichaamslengte (m)
dan of gelijk zijn aan 17.
4
2
) moet groter zijn