NL
4.2
Leiding leggen
Leidingen aarden
De werkzaamheden moeten door een erkende installa-
teur worden uitgevoerd.
B Breng een aardklem aan op de aanvoer- en retourlei-
ding (willekeurige positie).
B Aardklemmen via potentiaalvereffeningskabel (mini-
2
maal 6 mm
) op de potentiaalvereffening van het
gebouw aansluiten.
Leidingen leggen bij gebruik van een automatische ont-
luchting op het dak (accessoire)
B Leidingen stijgend naar de ontluchting leggen.
Bij iedere richtingsverandering naar beneden toe is
een extra ontluchting nodig (temperatuurbestendig-
heid (150 °C).
1
7747006489.06-1.SD
Afb. 5
Positie van de automatische ontluchting
1
Automatische ontluchter
Leidingen isoleren
B Gebruik voor de isolatie van de leidingen buiten UV-
bestendige materialen en materialen die bestand zijn
tegen hoge temperaturen (150 °C).
B Gebruik voor de isolatie van de leidingen binnen
materialen die bestand zijn tegen hoge temperaturen
(150 °C).
Copyright (optional information)
Leidingen installeren | 9
6 720 615 260 (2008/02)