NL
6.2.1
Technische gegevens
Solarvulpomp
Netspanning
Frequentie
Max. vermogensopname
Toegestane mediumtempera-
tuur voor pomp
Toegestaan bedrijfsmedium
Maximale opvoerhoogte bij:
• Solarvloeistof
• Water
Max. doorstroming bij solar-
vloeistof
Max. doorstroming bij water
Containerinhoud
Totaal gewicht (leeg)
Tabel 6 Technische gegevens solarvulpomp
6.2.2
Speciale hydraulica
• Bij parallel geschakelde collectorvelden moet ieder
afzonderlijk collectorveld worden gespoeld. Hiervoor
in de aanvoerleidingen glycol- en temperatuurbesten-
dige afsluitarmaturen monteren.
• Bij installaties met twee collectorvelden (b.v. oost/
west) moet ieder afzonderlijk veld via de eigen retour
worden gespoeld.
• Bij installaties met twee boilers, die via twee pompen
worden bediend, moet iedere afzonderlijke verbruiker
via de eigen retour worden gespoeld.
• Bij installaties met twee boilers, die via één pomp en
één omschakelventiel worden bediend, moet iedere
afzonderlijke verbruiker opeenvolgend worden
gespoeld. Hiervoor het omschakelventiel overeen-
komstig schakelen
Copyright (optional information)
V
230
Hz
50 - 60
W
775
°C
0 - 55
Water, propyleen-
glycol-watermeng-
sel max. 50/50 %
m
36
m
40
3
3,0
m
/h
3,6
3
m
/h
l
30
kg
34
6.2.3
Filter monteren (accessoire)
Om nog beter te waarborgen dat er geen grove vuildeel-
tjes in de solarvulpomp terecht komen, kan een filter
worden gemonteerd.
B Buisklem (2) op het gat van de solarvulpomp bevesti-
gen.
B Filter (1) op de buisklem monteren. Daarbij moet de
bediening van de kogelkraan aan de voorzijde moge-
lijk zijn.
B Meegeleverde slang (3) tussen het filter en de boven-
ste containeraansluiting monteren.
B Retourslang ¾" (4) tussen het filter en de door-
stroombegrenzer van het zonnestation monteren.
1
2
5
4
Afb. 14 Filter op de solarvulpomp monteren.
1
Filter
2
leidingklem
3
Slang naar filter
4
Retourslang ¾"
5
Perslang ½"
Inbedrijfstelling | 15
3
7747006489.27-1.SD
6 720 615 260 (2008/02)