Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Controleer Of Het Zonnesysteem Vrij Is Van Lucht; Bedrijfsdruk Bepalen; Vorstbeschermingstemperatuur Bepalen; Afgelezen Waarde Bij Tyfocor L (Concentratie) - Bosch AGS 5 Installatie- En Onderhoudshandleiding

Zonnestation
Inhoudsopgave

Advertenties

NL
B Kogelkraan (
fig. 26, (1)) op de thermometers op
45° instellen en de doorstroombegrenzer (
(2)) en andere afsluitinrichtingen openen.
B Zorg ervoor, dat het zonnesysteem langzaam gevuld
wordt, zodat er zich geen luchtbellen kunnen vormen.
B Daarna de kogelkranen op de thermometers zodanig
instellen, dat de terugslagkleppen bedrijfsgereed zijn
(0°-stand).
6.3.4
Controleer of het zonnesysteem vrij is van
lucht
Wanneer de zwarte wijzer van de manometer
(1) bij het in- en uitschakelen van de zonne-
pomp drukvariaties aangeeft, dan moet het
zonnesysteem verder worden ontlucht.
B Zonnepomp(en) handmatig in- en uitschakelen.
B Controleer tijdens het schakelen de zwarte wijzer van
de manometer (1) op de veiligheidsgroep.
Afb. 28 Manometeraanwijzing controleren
1
Manometer
6.3.5

Bedrijfsdruk bepalen

Bij de inbedrijfstelling moet de bedrijfsdruk 0,7 bar
hoger liggen dan de statische druk (1 meter hoogtever-
schil komt overeen met 0,1 bar).
Voorbeeld: 10 m statische hoogte komt overeen met 1,0
bar plus 0,7 bar = 1,7 bar bedrijfsdruk.
B Bij ontbrekende druk solarvloeistof bijpompen.
B Na het beëindigen van de ontluchting moet de kogel-
kraan van de ontluchter gesloten worden.
Alleen bij een gesloten ontluchting zal bij de verdamping
van solarvloeistof in de collector de druk via het expan-
sievat gecompenseerd worden.
Copyright (optional information)
6.3.6
fig. 26,
Om de vorstbeschermingstemperatuur te bepalen, ver-
dient het aanbeveling bij de eerste inbedrijfname de
vorstbeveiliging van de solarvloeistof te controleren met
een vorstbeveiligingsmeetinstrument (Glykomat of
refractometer). De meting moet met regelmatige tussen-
pozen worden herhaald (minimaal iedere twee jaar).
De gewone uitvoeringen voor de CFK-koelvloeistof zijn
hiervoor niet geschikt. Een geschikt instrument kan
afzonderlijk besteld worden.
Bij gebruik van de installatie met Tyfocor LS
Wanneer het zonnesysteem met Tyfocor LS wordt
gebruikt, moet de waarde aan de hand van tabel 7 wor-
den omgerekend.
Afgelezen waarde bij
Tyfocor L
(concentratie)
–23 °C (39 %)
–20 °C (36 %)
1
–18 °C (34 %)
–16 °C (31 %)
–14 °C (29 %)
–11 °C (24 %)
–10 °C (23 %)
–8 °C (19 %)
7747006489.33-1.SD
–6 °C (15 %)
–5 °C (13 %)
–3 °C (8 %)
Tabel 7 Vorstbescherming voor Tyfocor LS omrekenen
6.3.7
Wanneer de minimale vorstbescherming niet wordt
gehaald, dan moet solarvloeistofconcentraat worden bij-
gevuld.
B Bepaal het installatievolume met behulp van de
tabel 8, om het precieze volume te bepalen (komt
overeen met de hoeveelheid vloeistof die eerst moet
worden afgetapt).

Vorstbeschermingstemperatuur bepalen

Komt overeen met
vorstbescherming bij
Tyfocor LS
–28 °C
–25 °C
–23 °C
–21 °C
–19 °C
–16 °C
–15 °C
–13 °C
–11 °C
–10 °C
–8 °C

Vorstbescherming corrigeren

Voorzichtig: Vorstschade
B Controleer iedere 2 jaar of de benodigde
vorstbescherming tot minimaal -25 °C
(bij prefab mengsel 30/70 tot - 14 °C) is
gewaarborgd.
Inbedrijfstelling | 21
6 720 615 260 (2008/02)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ags 5 eAgs 10Ags 10 eAgs 20Ags 50

Inhoudsopgave