Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Storingen; Mogelijke Oorzaken - Bosch AGS 5 Installatie- En Onderhoudshandleiding

Zonnestation
Inhoudsopgave

Advertenties

26 | Storingen

8
Storingen
Informatie over storingen vindt u ook in de installatiehandleidingen van de regelaar.
Soort storing
Effect

Mogelijke oorzaken

De pomp draait niet, hoewel aan de inschakelvoorwaarden is voldaan.
De zonneboiler wordt
De pomp is defect.
niet opgewarmd door
De pomp zit vast als gevolg van een mecha-
de zonne-energie.
nische blokkade.
De pomp wordt via de regelaar niet direct
aangestuurd.
Pomp schakelt constant aan en uit.
Opbrengst zonne-
Te klein verschil bij in- en uitschakeltempe-
energie te laag
ratuur regelaar.
Volumestroom te hoog.
Positie temperatuursensor of -aansluiting
onjuist.
Pomp schakelt niet uit.
Warmte wordt uit de
Temperatuursensor defect of op verkeerde
boiler getranspor-
positie.
teerd.
Regelaar defect.
Te heet tapwater.
Gevaar voor brand-
De begrenzing van de boilertemperatuur en
wonden
de mengkraan is te hoog ingesteld.
Te koud tapwater (of te geringe hoeveelheid warm tapwater).
De temperatuurregelaar voor warm water
op de ketel, de thermostaat of de meng-
kraan is te laag ingesteld.
Temperatuurverschil in het zonnecircuit te hoog / te hoge aanvoertemperatuur / te snel hoge collectortempera-
tuur
Opbrengst zonne-
Defecte temperatuursensor of regelaarfunc-
energie te laag of
tie.
schade aan installatie.
Lucht in systeem.
Volumestroom te klein.
Verstopte leiding.
Collectorvelden niet hydraulisch ingeregeld. Hydraulische inregeling uitvoeren.
Drukverlies in de installatie.
Opbrengst zonne-
Verlies van solarvloeistof op de verbindin-
energie te laag
gen.
Verlies van solarvloeistof door geopend vei-
ligheidsventiel.
Stoom door geopende ontluchter ontweken
(normaal bedrijf).
Vorstschade.
Tabel 12
6 720 615 260 (2008/02)
Oplossing
Pomp controleren, eventueel vervangen.
De gleufschroef op de pompkop losdraaien en
de pompas met een schroevendraaier los-
draaien. Niet tegen de pompas slaan!
Zie handleiding regelaar.
Instellingen regelaar controleren.
Doorstroomhoeveelheid controleren en instel-
len.
Controleer de positie van de temperatuursen-
sor.
Positie, montage en karakteristiek van de tem-
peratuursensor controleren.
Opmerking: toerentalgeregelde pompen scha-
kelen niet direct af, maar pas na het bereiken
van het laagste toerental.
De begrenzing van de boilertemperatuur en de
tapmengkraan lager instellen.
Stel de temperatuur in conform de bijbeho-
rende handleiding (max. 60 °C).
Werking van de naverwarming controleren.
Instellingen temperatuursensor en regelaar
controleren.
Installatie ontluchten.
Doorstroomhoeveelheid controleren / instellen.
Leidingen controleren / spoelen.
Lekkende plaatsen hardsolderen. Afdichtingen
vervangen. Koppelingen natrekken.
Expansievat, voordruk en grootte controleren.
Onluchter na het ontluchten sluiten.
Vorstbeveiliging controleren.
Copyright (optional information)
NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ags 5 eAgs 10Ags 10 eAgs 20Ags 50

Inhoudsopgave