6.2 EMS-programmatabel
Progr.-
Zinvolle toepassingsgebieden, indicaties
nr.
1
Opwarmen
2
Capillarisatie
3
Versterken van de bovenste armspieren
4
Maximaliseren van de kracht van de boven-
ste armspieren
5
Explosieve kracht van de bovenste arm-
spieren
6
Spankracht van de bovenste armspieren
7
Vorming van de bovenste armspieren
8
Spankracht van de onderste armspieren
9
Maximaliseren van de kracht van de onder-
ste armspieren
10
Vorming van de onderste armspieren
11
Spankracht van de buikspieren
12
Maximaliseren van de kracht van de buik-
spieren
13
Vorming van de buikspieren
14
Strakker maken van de buikspieren
15
Versterken van de bovenbeenspieren
16
Maximaliseren van de kracht van de boven-
beenspieren
17
Explosieve kracht van de bovenbeenspieren
18
Vorming van de bovenbeenspieren
19
Strakker maken van de bovenbeenspieren
20
Versterken van de onderbeenspieren
21
Maximaliseren van de kracht van de onder-
beenspieren
22
Explosieve kracht van de onderbeenspieren
23
Vorming van de onderbeenspieren
24
Strakker maken van de onderbeenspieren
25
Versterken van de schouderspieren
Progr.-
nr.
Duur (min.) Waar plaats
ik de elek-
26
troden?
30
1-27
27
30
1-27
28
30
12-15
29
30
12-15
30
30
12-15
31
32
30
12-15
30
12-15
30
16-17
30
16-17
Aanwijzing: neem voor de correcte posities van de elektroden
30
16-17
hoofdstuk 6.4 in acht.
30
18-20
30
18-20
30
18-20
30
18-20
30
23, 24
30
23, 24
30
23, 24
30
23, 24
30
23, 24
30
26, 27
30
26, 27
30
26, 27
30
26, 27
30
26, 27
30
1-4
10
Zinvolle toepassingsgebieden, indicaties
Maximaliseren van de kracht van de schou-
derspieren
Spankracht van de schouderspieren
Versterken van de rugspieren
Maximaliseren van de kracht van de rugs-
pieren
Spankracht van de bilspieren
Versterken van de bilspieren
Maximaliseren van de kracht van de bil-
spieren
De EMS-programma's 33-35 kunnen afzonderlijk worden inge-
steld (zie hoofdstuk "7. Personaliseerbare programma's").
Duur (min.) Waar plaats
ik de elek-
troden?
30
1-4
30
1-4
30
4-11
30
4-11
30
22
30
22
30
22