Communicatie
Communicatie
Seriële uitvoer
Model 2500 heeft een realtime data-uitgang via de connector van de pulsoxymetersensor (een
negenpens sub-D connector). De functies van de connectorpennen van de pulsoxymetersensor
staan hieronder vermeld.
Tabel 3: Functies van de connectorpennen van de pulsoxymetersensor
De informatie van het apparaat in de real-timemodus wordt in ASCII serieel formaat verstuurd
met 9600 baud met 9 databits, 1 startbit en 1 stopbit. De data worden eenmaal per seconde
verzonden.
NB: De negende databit wordt gebruikt voor oneven pariteit bij downloaden van het
geheugen. In de real-timemodus is deze bit altijd ingesteld op de status markeren. Daarom
kunnen real-timegegevens worden gelezen als 8 databits zonder pariteit.
De real-time gegevens kunnen worden afgedrukt of worden weergegeven op andere
apparatuur dan de pulsoxymeter. Bij het opstarten wordt er een header verzonden om het
formaat en de datum en tijd aan te geven. De gegevens worden vervolgens eenmaal per
seconde verzonden in het volgende formaat:
SPO
=XXX HR=YYY
2
waarbij 'XXX' de SpO
2
worden weergegeven als '---' als er geen gegevens beschikbaar zijn voor aflezing.
Nummer pen
1
1-Wire
2
Infrarood-anode, rood-kathode
3
Infrarood-kathode, rood-anode
4
Seriële gegevens, TTL-niveaus
5
Detectoranode
6
Sensortype
7
Kabelafscherming (aarde)
8
Niet verbonden
9
Detectorkathode, +5 V
-waarde en 'YYY' de pulsfrequentiewaarde is. De SpO
Functie
®
en pulsfrequentie
2
19