4.
Selecteer de elementen die u wilt converteren door criteria voor objectsoort en/of kleurtype en vervolgens
conversiekenmerken op te geven. Als u het ingesloten kleurenprofiel wilt wijzigen, kunt u Any Object
(Willekeurig object) en Any Colorspace (Willekeurige kleurruimte) selecteren in de sectie met criteria. In
de sectie met conversiekenmerken kunt u bijvoorbeeld aangeven dat u een Adobe RGB (1998)-profiel
wilt insluiten. Hiervoor selecteert u dit profiel als Conversion Profile (Conversieprofiel), schakelt u het
selectievakje Embed (Insluiten) in en klikt u op de knop OK om het bestand en de wijzigingen op te slaan.
Het opgeslagen bestand heeft dan een ingesloten Adobe RGB-kleurprofiel.
5.
Als u het document wilt afdrukken, kiest u een printer in het afdrukdialoogvenster, klikt u op de knop
Properties (Eigenschappen) en stelt u de kleuropties in bij de sectie Color mode (Kleurmodus).
BELANGRIJK:
door printer).
6.
Klik in het afdrukdialoogvenster op de knop Print (Afdrukken) om het document af te drukken.
Met Adobe Photoshop
De printer kan rechtstreeks kleuren beheren.
1.
Klik in Photoshop op File (Bestand) > Print (Afdrukken) en selecteer uw printer.
2.
In het gedeelte Color Management (Kleurbeheer) stelt u de optie Color Handling (Kleurverwerking) in op
Printer Manages Colors (Printer beheert kleuren).
52
Hoofdstuk 7 Praktische afdrukvoorbeelden
Selecteer Print in Color (In kleur afdrukken) en Printer Managed Colors (Kleuren beheerd