7. GESCHIKTE ACCUTYPEN
Accutype
Nominale spanning (V/cel)
Max. laadspanning (V/cel)
Spanning voor opslag (V/cel)
Laadstroom voor snelladen
Min. spanning na ontladen (V/cel)
De spanningen in de bovenstaande tabel gelden voor een enkele cel.
De max. laad- en ontlaadstromen worden met de capaciteitswaarde "C" aangegeven.
Een laadstroom van 1C komt daarmee overeeen met de op de accu vermelde capaciteitswaarde (vb. aange-
geven accucapaciteit 1000 mAh, max. laadstroom 1000 mA = 1 A).
Let bij meercellige accupacks altijd op de correcte spanningsinstelling. Bijvoorbeeld bij een tweecellige
accupack kunnen de afzonderlijke cellen zowel parallel als in serie geschakeld zijn.
Als de voor de accu maximaal toegelaten laadstroom overschreden of een verkeerd cellenaantal/ver-
keerde spanningsinstelling wordt gekozen, bestaat het gevaar dat de accu wordt vernietigd. Bovendien
bestaat explosie-/brandgevaar door de accu!
Verdere instructies over de max. laadstroom en het cellenaantal/de spanning vindt u in de gegevensbla-
den of de etiketten van de accu's; deze gegevens hebben voorrang op de informatie in de bovenstaande
tabel.
Belangrijk!
• Laad nooit accupacks op die uit verschillende cellen bestaan (of uit cellen van verschillende fabrikan-
ten).
• Laad nooit heroplaadbare batterijen op.
• Laad nooit accu's op die niet in de bovenstaande tabel zijn vermeld.
• Laad nooit accu's met ingebouwde elektronica op.
• Laad nooit accu's op die nog met andere apparaten (vb. een rijregelaar) is verbonden.
• Laad nooit een beschadigde of opgezwollen accu's.
14
LiPo
LiIon
3,7
3,6
4,2
4,1
3,8
3,7
<= 1C
<= 1C
3,0 - 3,3
2,9 - 3,2
LiFe
NiCd
3,3
1,2
3,6
1,5
3,3
-
<= 4C
1C - 2C
2,6 - 2,9
0,1 - 1,1
NiMH
Pb
1,2
2,0
1,5
2,46
-
-
1C - 2C
<= 0,4C
0,1 - 1,1
1,8