• Wanneer de waarde voor de laadstroom gewijzigd moet worden, drukt u op de toets "START/ENTER". De
laadstroom knippert. Verander de laadstroom met de toetsen "INC" of "DEC". Voor een snelle instelling dient u de
betreffende toets langer ingedrukt te houden.
De maximaal mogelijke laadstroom is afhankelijk van het accutype en het cellenaantal. Het max. laadvermo-
gen bedraagt 50 W, waardoor de werkelijke laadstroom later evt. vermindert.
Bevestig de ingestelde laadstroom met de toets "START/ENTER".
• Wanneer er geen enkele weergave meer knippert, start u het opladen door de toets "START/ENTER" langer
ingedrukt te houden (ong. 3 seconden).
• Het laadapparaat controleert nu de aangesloten accu. Bij een fout wordt
een waarschuwingssignaal uitgestuurd en de overeenkomstige informatie
op het scherm weergegeven. Met de toets "BATT. TYPE/STOP" beëindigt
u het waarschuwingssignaal; u komt weer terug in het vorige instelmenu.
Als er geen fout werd vastgesteld, verschijnt bijvoorbeeld de rechts afge-
beelde weergave op het scherm.
Linksboven wordt het accutype weergegeven ("NiMH" = NiMH-accu), bovenaan in het midden de laadstroom en
rechtsboven de huidige accuspanning.
Linksonder wordt het huidige accuprogramma weergegeven ("CHG" = "CHARGE"), in het midden de verstreken
laadduur en rechts daarnaast de geladen capaciteit in mAh.
• Nadat het opladen is voltooid, weerklinkt een geluidssignaal (mits deze optie niet werd uitgeschakeld).
Indien u het laadproces wilt stoppen, drukt u op de toets "BATT. TYPE/STOP".
c) Automatische laadmodus ("Auto CHARGE")
Bij de automatische laadmodus controleert het laadapparaat de toestand
van de aangesloten accu (bv. in binnenweerstand) en berekent daaruit de
laadstroom. U moet een bovengrens voor de laadstroom instellen zodat de
accu door een te hoge laadstroom niet beschadigd wordt.
Afhankelijk van de accu en diens binnenweerstand kunnen in het accuprogramma "Auto CHARGE" o.m. korte
laadtijden worden bereikt dan bij het accuprogramma "CHARGE" (hoofdstuk 12 b)).
Ga om in te stellen of te bedienen te werk zoals bij het accuprogramma "CHARGE" (hoofdstuk 12. b)).
Het enige verschil is dat niet de daadwerkelijke laadstroom wordt ingesteld, maar de grenswaarde voor de
maximale laadstroom die het laadapparaat omwille van veiligheidsredenen niet mag overschrijden.
BATTERY CHECK
................
NiMH 1.2A
CHG 022:43 00682
NiMH Auto CHARGE
CURRENT
7.63V
5.0A
27