Scannen
>
Scannen in Automatische invoermodus
Het venster Automatische invoermodus wordt op de computer en de scanner weergegeven.
5. Pas de zijgeleiders aan en plaats het origineel vervolgens in de ADF.
Het scannen wordt automatisch gestart.
6. Nadat het scannen is gestopt, plaatst u het volgende origineel in de ADF.
Herhaal dit proces totdat u alle originelen hebt gescand.
Opmerking:
U kunt Scannerinstellingen configureren via het bedieningspaneel van de scanner.
· Langzaam: hiermee wordt de scansnelheid verlaagd. Gebruik deze functie om originelen te scannen waarbij de kans
groot is dat ze zullen vastlopen, bijvoorbeeld dun papier.
· Stoptiming voor dubbele toevoer: stel de bewerking in wanneer een dubbele invoer wordt gedetecteerd.
· DFDS-functie: hiermee slaat u detectie van dubbele invoer eenmaal over en kunt u doorgaan met scannen. Gebruik
deze functie om originelen te scannen die als dubbele invoer worden gedetecteerd, bijvoorbeeld plastic kaarten en
enveloppen.
· Papierbescherming: hiermee beperkt u de schade aan de originelen doordat het scannen onmiddellijk wordt gestopt
wanneer een invoerfout optreedt.
· Vuildetector: hiermee wordt vuil gedetecteerd op de glasplaat in de scanner.
7. Als u alle originelen hebt gescand, sluit u Automatische invoermodus.
Selecteer Klaar op het bedieningspaneel van de scanner of druk op Voltooien in het scherm Automatische
invoermodus op uw computer.
Opmerking:
U kunt time-outinstellingen configureren om Automatische invoermodus af te sluiten.
Selecteer Instellingen in de lijst Documentbron om het scherm Instellingen documentbron te openen. Stel de time-
outtijd in het weergegeven scherm in.
De gescande afbeelding wordt in de door u opgegeven map opgeslagen.
Gerelateerde informatie
"Originelen plaatsen" op pagina 41
&
114