4. Plaats de DIMM's in de sleuven en druk ze vast.
De klemmetjes vergendelen de DIMM's.
c
5. Plaats de printeronderdelen terug zoals wordt aangegeven
op pagina 21.
6. Steek de stekker van het netsnoer van de printer in het
stopcontact.
7. Zet de printer aan.
8. Druk een statusvel af om te controleren of de geheugenmodule
correct is geïnstalleerd. Zie "Statusvel afdrukken" op pagina 30
voor meer informatie.
24
Optionele onderdelen installeren
Let op:
Forceer de DIMM niet.
Controleer of u de module op de juiste manier in de sleuf
plaatst.
Verwijder geen modules van de printplaat. Anders werkt
de printer niet.