Onderdeel
Productdragers
Holle platen
7.2.4
Maandelijks onderhoud
/i
Onderdeel
Motorreductor
Volg de aanwijzingen in de
handleiding van de fabrikant
van de motorreductor.
Ketting
Tandwiel en glijlagers
Lagers van de trolleywielen.
Lagers van de geleiderwielen.
Fotocellen
Inductieve sensors
UM-PRORUNNER_Mk5-1.2-NL
Onderhoud van de verticale transportband
Taak
Controleren op beschadigin-
gen.
Controleren of de fixatiebout op
de draagas aanwezig is en
goed is vastgezet.
Reinigen. Zie paragraaf 7.3.
Controleren op vuil.
Controleren op zichtbare ver-
vorming van het loopvlak.
Taak
Controleer de afdichtingen op
lekkage.
Controleer op zichtbare
schade.
Controleer op geluid tijdens het
draaien.
Ketting aanspannen. Zie para-
graaf 7.7.
Ketting smeren. Zie
paragraaf 7.4.1.
Controleer op speling. Zie para-
graaf 7.5.
Controleer op speling. Zie para-
graaf 7.8.2.
Controleer op speling. Zie para-
graaf 7.6.
Controleer op zichtbare
schade.
Controleer op losse onderde-
len.
Reinigen. Zie paragraaf 7.3.
Controleer op zichtbare
schade.
Controleer op losse onderde-
len.
Reinigen. Zie paragraaf 7.3.
Handeling, indien nodig op
basis van de controle
De productdrager vervangen.
Zie paragraaf 7.8.3.
Reinigen. Zie paragraaf 7.3.
De halfronde plaat vervangen.
Zie paragraaf 7.8.6 (onderkant)
of paragraaf 7.8.7 (bovenkant).
Handeling indien vereist op
basis van de controle
Vervang de afdichtingen.
Vervang beschadigde onderde-
len.
De motorreductor vervangen.
Zie paragraaf 7.8.12.
Vervang de ketting als het trai-
ningsonderdeel aan het einde
van het instelbereik is geko-
men. Zie paragraaf 7.8.8.
Bij te veel speling de glijlagers
van het spanwiel vervangen.
Zie paragraaf 7.8.9.
De wielen vervangen. Zie
paragraaf 7.8.2.
De wielen vervangen. Zie
paragraaf 7.8.5.
Vervang de fotocel zo nodig.
Zet losse onderdelen vast.
Vervang de sensor zo nodig.
Zet losse onderdelen vast.
61