Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Qimarox PRORUNNER Mk5 Gebruikershandleiding pagina 114

Verberg thumbnails Zie ook voor PRORUNNER Mk5:
Inhoudsopgave

Advertenties

Problemen oplossen
Storing
De motor raakt oververhit en
loopt met lage snelheid.
De motor bromt en loopt niet
naar behoren.
De zekeringen slaan door en/of
de motorbeveiliging wordt
geactiveerd.
De motor loopt niet. De motor-
beveiliging wordt onmiddellijk
geactiveerd.
De motor loopt niet.
Te hoog energieverbruik
(motorstroom) en hogere
motortemperatuur.
Te hoog energieverbruik
(motorstroom) en slijtage van
kettingen en/of aandrijfriemen.
Te hoog energieverbruik
(motorstroom) en hoge tempe-
ratuur van het lagerhuis (gaat
soms gepaard met geluid).
114
Mogelijke oorzaak
Los contact of gebroken kabel
in het voedingscircuit van de
motor.
Te hoog energieverbruik.
De motor loopt op 2 fasen, bij-
voorbeeld door een defecte
aansluiting, een gebroken kabel
of een kapotte wikkeling.
De voeding is verkeerd aange-
sloten.
Kortsluiting in de voeding.
Verkeerde zekering (te lage
waarde).
De motorbeveiliging is slecht
afgesteld.
Kortsluiting in de wikkeling of
ten opzichte van de aarde.
De motorbeveiliging is verkeerd
ingesteld.
De mechanische aandrijving
(kettingen, banden, rollen en
geleiders) is geblokkeerd.
De bedienings- of hoofdvoe-
dingsschakelaar staat op 'OFF'.
De deurschakelaar of nood-
stop is geactiveerd.
De producten zijn te zwaar.
De ketting of aandrijfriem is te
strak gespannen.
De aandrijfriem loopt niet goed
uitgelijnd over de retourwielen
van de aandrijving.
Een kogellager, kogelbus,
retourrol of een dergelijk onder-
deel is geblokkeerd.
Oplossing
Controleer het voedingscircuit
op losse contacten of gebroken
kabels.
Zoek de oorzaak en verhelp
deze.
Controleer de aansluitingen en
de kabel. Demonteer de motor
voor reparatie. Zie paragraaf
7.8.11.
Sluit de voeding correct aan.
Verhelp de kortsluiting.
Pas de zekering aan de nomi-
nale motorstroom aan.
Stel de motorbeveiliging op de
nominale stroom af.
Demonteer de motor voor repa-
ratie. Zie paragraaf 7.8.11.
Controleer de motorbeveiliging
en/of stel deze correct af.
Verwijder de blokkering. Reinig
de machine. Maak zo mogelijk
de intervallen tussen inspectie/
onderhoud/reinig korter. Con-
troleer de kettingen, aandrijfrie-
men, rollen, geleiders en
dergelijke onderdelen op
schade of verkeerde afstelling.
Zet de bedienings/hoofdvoe-
dingsschakelaar op 'ON'.
Controleer of de situatie veilig
is. Ontgrendel vervolgens de
noodstop of de schakelaar.
Controleer of de specificaties
voor gebruik van de machine in
acht zijn genomen.
Verlaag de spanning van de
ketting. Zie paragraaf 7.7.
Lijn de ketting of aandrijfriem
uit.
Controleer het kogellager, de
kogelbus, de retourrol of een
dergelijk onderdeel en vervang
indien nodig.
UM-PRORUNNER_Mk5-1.2-NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave