• Als u wilt inzoomen op een afbeelding, drukt u op 3. Als u naar de oorspronkelijke afbeeldingsgrootte wilt gaan, drukt u op 5.
• U kunt uitzoomen op een afbeelding door op 9 te drukken. Als u naar de oorspronkelijke afbeeldingsgrootte wilt gaan, drukt u op
5.
Sneltoetsen voor kaarten
• Om op een kaart in te zoomen, drukt u op L.
• Om op een kaart uit te zoomen, drukt u op O.
• Om statusgegevens boven aan een kaart weer te geven, drukt u op Q. Om statusgegevens boven aan een kaart te verbergen, drukt
u op Q.
• Als u de positiegegevens onder aan een kaart wilt weergeven, drukt u op de spatietoets. Als u de positiegegevens onder aan een
kaart wilt verbergen, drukt u op de spatietoets.
• Als u naar de volgende plaats op de kaart wilt gaan, drukt u op 6.
• Als u naar de vorige plaats op de kaart wilt gaan, drukt u op 4.
Sneltoetsen voor de agenda
Als u wilt dat sneltoetsen in dagweergave werken, wijzigt u in de agendaopties het veld Snelle invoer inschakelen in Nee.
• Om een afspraak te plannen, drukt u op de toets met de punt (.).
• Als u naar de volgende dag, week of maand wilt gaan, drukt u op 9.
• Als u naar de vorige dag, week of maand wilt gaan, drukt u op 3.
• Om een uur vooruit te gaan, drukt u op 2.
• Om een uur achteruit te gaan, drukt u op 8.
• Als u naar vandaag wilt gaan, drukt u op het uitroepteken (!).
19