Hold-to-run
Met deze functie actief wordt de beweging van de automatisering (openen of sluiten) onderbroken als de bediening wordt
losgelaten.
De activering van de functie deactiveert alle andere bedieningen.
F6
Instructie 2-7
Koppelt een instructie aan het apparaat verbonden aan 2-7.
F7
Lampje ingang open
Geeft de status van het hek aan.
Het apparaat is aangesloten op de uitgang/klem 5.
F10
Encoder
Gebruikt de encoder-ingang die afkomstig is uit de motor.
De parameter is alleen beschikbaar voor motoren die een encoder voorzien.
F11
Duw bij sluiten
Bij de eindaanslag bij het sluiten duwt de automatisering één seconde tegen de vleugels.
F13
Korte stoot
Vóór elke beweging (openen of sluiten) voeren de vleugels een stootbeweging uit tegen de aanslag om de ontgrendeling van
het elektrisch slot te vergemakkelijken.
De stootbeweging vindt plaats tijdens het openen of het sluiten, afhankelijk van waar het elektrisch slot
geactiveerd is [zie Functie F17].
F16
OFF (default)
ON
0 = Stap voor stap (default)
1 = Sequentieel
0 = Lampje aan (default) - Het lampje blijft branden als het hek beweegt of open is.
1 = Lampje knippert - Het lampje knippert elke halve seconde als het hek opent en blijft
branden als het hek open is. Het lampje knippert elke seconde als het hek sluit en is uit als
het hek gesloten is.
ON (default)
OFF
OFF (default)
1 = Minimale duw
2 = Gemiddelde duw
3 = Maximale duw
OFF (default)
ON